Het is verbijsterend met welk gemak The Necks de meer in Europa dan in hun vaderland Australië verblijvende pianist Chris Abrams, bassist Lloyd Swanton en slagwerker Tony Buck elke keer weer uit het niets muziek maken die uiteindelijk staat als een huis. Live of in de studio, het maakt de heren niets uit. Ze beginnen gewoon en een uurtje later sluiten ze af. En ondertussen is de toeschouwer/luisteraar getuige geweest van een creatief proces dat niet alleen volstrekt organisch was, maar dat ook nog eens een unieke luisterervaring opleverde.
Een prachtige nieuwe parel aan hun ketting levert The Necks met de dubbelaar ‘Mosquito / See Through’. Iedere cd bevat één lang stuk, dat ter plekke geïmproviseerd is en dat de luisteraar in een soort trance brengt die hem ieder tijdsbesef doet vergeten. De muziek is minimaal, maar heeft niets met de herhalingen en geleidelijke ontwikkeling van minimal music.
Bij het beluisteren van hun muziek kom ik steeds weer op het cliché van het kabbelende riviertje. De ontwikkeling is soms onmerkbaar en toch is die er. En tegelijkertijd zit je er als luisteraar middenin en maak je die ontwikkeling onwillekeurig mee onmerkbaar of niet, als het ware gehypnotiseerd door de klanken uit je luidsprekers.
Van de twee platen vertoont ‘Mosquito’ de gestaagste ontwikkeling en gaat die van ‘See Through’ het meest in golven. Regelmatig lijkt de muziek geheel stil te vallen om dan toch weer opnieuw op te leven. Van mij mogen ze zo eeuwig doorgaan.