We verwachten ondertussen niets anders dan kwaliteitsvolle releases van het Paradigms-label, dat met de cd ‘Double Infinity’ van Plants, de twaalfde uitgave voor 2006, zijn eerste verjaardag viert. Zover is onze postbode echter nog niet. Wij doen het hier met de nummers tien en elf. Woburn House zit in een wondermooi digipack, terwijl de cd van de IJslander Hallvardur Asgeirsson in een dvd-box werd verpakt. Zoals gewoonlijk zijn de oplages beperkt tot vijfhonderd exemplaren en is de exquise verpakking één van de uithangborden van het stilaan gerenommeerde label. Divers als altijd krijgen we enerzijds een epische doomplaat en een quasi klassiek album voorgeschoteld. Het Duitse (Bonn) trio Woburn House debuteert maar meteen met een episch meesterwerk bestaande uit vier nummers, op te delen in twee hoofdstukken. Ze werken namelijk met twee zangers en volgens onze oren doet de eerste de twee eerste nummers en de andere de twee laatste. Klinken die eerste twee nummers net niet als voltreffers door de iele zang, de twee erna volgende tonen welke weg de band wil bewandelen. Denk postrock zoals Slint die maakte aangevuld met de logge bombast van de latere Neurosis. Als onze oren zich niet laten bedriegen, is de spoken word intro een sample van de betreurde William S. Burroughs, en als het hem niet is, dan benadert de gebrachte tekst zelfs qua timbre de grootmeester. Plat achterover zijn we van deze cd niet gevallen, maar mooi is ie wel. Een klein uurtje slowcore of avantdoom om deze worp te dopen kan er altijd in. De IJslandse componist Hallvardur Asgeirsson stelt acht stukken modern klassieke doom voor zoals die live werden gebracht in Helsinki’s Academy Of Arts. Een aparte ervaring is het minste wat we van dit werk kunnen zeggen. De biografie spreekt van een mengeling van elementen die verwant zijn aan de muzikale school van Schonberg, Webern en Berg verbonden met het stedelijke deconstructivisme van Einstürzende Neubauten en de Arctische desolaatheid van Sigur Ros. We nemen dit niet zomaar aan natuurlijk maar concluderen na intens luisteren dat het label er knal op zit. De donkere atmosferen en de Teutoons klinkende operazangeres in de beide delen van het in het Duits gezongen ‘Die Blume Des Lebens’, waarin vooral sopraan Sabine Hill opvalt, zetten de toon. In ‘Serial Killer’ lijkt het alsof een muur van gitaren op de achtergrond een gruizige muur optrekt terwijl in het afsluitende ‘Vitisvelar’ fanfare-invloeden hun intrede doen. Een zwerm IJslandse vrienden helpen Hallvardur Asgeirsson deze track in goede banen leiden. Dat de man geen vrolijke Frans is bewijzen de voorgaande titels al, net als de tracks ‘Doom’ en opener ‘Seasons In Black’. ‘Lifsblomid’ benadert het dichtste black metal in een klassieke context die we al ooit hebben gehoord. Violen en piano domineren het instrumentenpalet, maar door de wijze waarop de instrumenten worden bespeeld worden onorthodoxe klanken geproduceerd die het label klassieke muziek ver overstijgen. Klasse.