Geïnspireerde mengvormen zijn vaak een lust voor het oor. Zo heeft de rumba zich in Cuba ontwikkeld met Afrikaanse elementen die over de Atlantische Oceaan op radiogolven terugstuiterden naar Congo, en daar een bijzonder plezierig eigen leven gingen leiden. Zo vormen de Kaapverdische eilanden een mengvat dat zijn positie tussen Portugal, West-Afrika en Latijns-Amerika tot zijn voordeel in muziek heeft ingezet, al is de geschiedenis niet zo heel fraai: ze waren ooit een tussenstation voor de intercontinentale slavenhandel. Datzelfde geldt voor het ministaatje Sao Tomé en Principe. ‘Léve Léve’ verzamelt een flink aantal opnamen uit de jaren 1970 en 1980 uit deze minuscule archipel. Naast klanken uit voormalige Portugese koloniën in Afrika, met name Angola, en de Caraïben hebben ze stijlen uit Portugal zelf bijeengeharkt, en daar een stevige popsaus over uitgegoten. Het resultaat is opgewekt en levenslustig. Vlotte ritmes, geestdriftige samenzang. Pinkelende gitaartjes, zalig knorrende en schmierende orgeltjes, onvermoeibaar verende bassen. Uitstekend materiaal om je leven van extra fleur en kleur te voorzien, mocht je in ondergrondse triestigheid ronddolen.