De Witte Kunst - (c) Tineke Klamer

Left of the Dial zet Rotterdam op z’n kop

Pernilla Ellens ging naar Left of the Dail in Rotterdam en schreef dit persoonlijk verslag, waarin ze werd betoverd door een band op een boot, haar lichaam verloor in een technoclub en uiteindelijk gebroken, maar voldaan thuis kwam.

De posters hebben gelijk: je moet wel heel weinig van muziek houden wil je hier niet bij zijn. Het internationale showcasefestival Left of the Dial vond 19, 20 en 21 oktober in de binnenstad van Rotterdam plaats. In plaats van grote headliners te boeken, creëert Left of the Dial kansen voor beginnende bands. Vooruit, met één headliner in de vorm van Bo Ningen. Left of The Dial zet de hele stad op z’n kop, met meer dan honderd bands in drie dagen op achttien verschillende locaties, een gratis dagprogramma, spectaculaire boottochten en glitterende afterpartys. Zelf zegt de organisatie dat Left of the Dial een dwarsdoorsnede laat zien van de meest relevante alternatieve artiesten van het moment.

Het festival is vernoemd naar een nummer van The Replacements en is een verwijzing naar Amerikaanse radiostations. Om de beste alternatieve muziek te vinden, moest je de knop op je radio naar links draaien. Wat alternatief is hangt af van je perspectief, maar het programma draait voornamelijk om postpunk, garage, en indie, met hier en daar een leuke uitschieter naar synthpunk, shoegaze, metal, dreampop, folkpop en electronica. Je route bepalen is zoals het kopen van een Sacred Bones plaat: je kan gewoon blind kiezen, alles is goed. Het is echt opmerkelijk hoe er geen slechte bands op Left of the Dial spelen. Oke, iets kan niet helemaal je smaak zijn, maar niks is onorigineel, niet op niveau of nog niet klaar voor het grote podium. Die hoge kwaliteit van het programma maakt het heerlijk om rond te dwalen door de stad, je overal te laten verrassen en tips op te volgen van mensen die op straat tegenkomt. Hieronder een paar van mijn favoriete shows van donderdag en vrijdag. De zaterdag bevond ik mij helaas in een staat van ontbinding in mijn bed.

Donderdag

Zeer content was ik met de gin tonics en de vegan mini-frikandelletjes op de welkomstborrel in Rotown, maar toen kwam daar ook nog het duo Enjoyable Listens optreden. Gewapend met basgitaar en backingtrack en gehuld in stijlvolle pakken gaf het duo een vermakelijke show die grappig was, maar nooit plat werd. De expressieve bewegingen van de zanger en de stoïcijnse houding van de bassist stonden in mooi contrast met elkaar. Door de diepe volle stem en de jaren 1950 sound van de charismatische zanger kregen de popliedjes cachet. Een charmante start van de eerste avond.

Vanuit Rotown vertrok ik richting Leuvehaven, waar de zoete tonen van de 7-koppige Engelse dreampop band Pet Shimmers te horen waren. Ik wist niet waar het geluid vandaan kwam, totdat de brug open ging en daar de band aan kwam varen op een vrolijk verlicht zeilschip. Het was magisch om een band al varend te zien spelen terwijl de avond valt, met de mooie lichtjes en de dromerige muziek die door heel Rotterdam te horen was. Een mooi visitekaartje voor het festival.

Ik ging door naar Worm, waar ik een stukje van Deep Tan mee kon pikken. De soepelheid waarmee het trio hun hoekige liedjes brengt, het poignante gitaargeluid, en de overtuigende performance blijft me grijpen. Deep Tan heeft een attitude en die attitude is cool, maar ook sensueel. Daar mogen best meer bands eens een voorbeeld aan nemen.

Mijn tocht zet zich voort naar Perron. Doorgaans is dit een technoclub, maar ook voor live-muziek blijkt de venue uiterst geschikt. Ghost Car is de enige band die ik absoluut moest zien op het festival. Het Londense punk kwartet laat iedereen dansen op hun feministische trashy glampunk. Leuk is de combo van heavy riffs en synth lijntjes, metal meets sixties en dan op een lekker schreeuwerig gejaagd punk tempo. Beste outfits van het festival ook. ‘Can the non-men come to the front?’ werd nog gevraagd door de bassiste. Helaas luisterden de mannen niet naar hun boodschap, maar wel naar de geweldige set van Ghost Car.

De avond eindigt voor mij met de imponerende Berlijnse punkband Die Verlierer. De doodserieuze angstpunk werkt erg goed met de Duitse teksten. Je kan de boosheid en de maatschappijkritiek echt voelen. Ergens zit er ook wel een romantisch tintje in, onder die furieuze hardheid voel ik een hang naar duisternis en melancholie. Daardoor heeft de band ook wel weer een Birthday Party-achtige jaren 1980 vibe. De zanger blijft stelselmatig op het podium roken. Die Verlierer maakt vanavond de regels.

Vrijdag

Mijn tweede dag begon bij het Aziatische restaurant Foo, een van de vele originele festivallocaties. Daar zag ik Huub Prins, een soort punky kleinkunst-artiest die Nederlandstalige liedjes ten gehore bracht, begeleidt door een backing track en enkele effecten. Dat was leuk, al was het misschien net iets te vroeg op de dag en was de locatie net iets te weird om echt de sfeer erin te krijgen. Huub Prins bleef wel steevast overtuigend performen.

Daarna zag ik De Witte Kunst. Naast uitstekende tekstschrijver blijkt zanger Koen van Bommel ook een begenadigd performer. Als een soort combinatie tussen Herman van Veen, Hans Teeuwen en Nick Cave zet hij een zeer vermakelijke show neer, waarbij je maar blijft kijken naar zijn gekke dansjes en expressies. De Witte Kunst neemt heel de tijd het publiek op de hak waardoor de show met liedjes, geïnspireerd door 1990’s tv jingles en kinderprogramma’s ook een soort cabaret wordt. De catchy muziek, de spitsvondige teksten, de publieksinteractie en de boterhamketting van toetsenist Lyckle de Jong maakt de show van De Witte Kunst een van de hoogtepunten van Left of the Dial.

Ik ga weer verder naar Perron, waar ik het Berlijnse trio Liiek zag. Deze band speelde echt met een I don’t care houding, maar eigenlijk vond ik dat niet zo erg want ze leverden wel een enorm strakke show. De eigentijdse mix van postpunk en garage had ook wel een psych gevoel, met name door de manier waarop de set was opgebouwd. Liiek wist in veertig minuten de intensiteit op te bouwen tot een grote geluidseruptie op het einde, die het publiek zo in beweging zette dat ik niet meer wist welk lichaam nu van mij was en of het mijn eigen zweet was wat ik proefde. Liiek kwam, zag en overwon.

Dan vertrek ik naar V11, die rode boot waar vanavond het Rotterdamse collectief No Spray verantwoordelijk was het beste van het festival. Niet meer dan logisch, aangezien zij het hele jaar door vrijwillig shows organiseren met de hardste garage en punk van nu en eigenhandig de scene levend houden. No Spray koos de prettig gestoorde chaos van de Duitse garagebands Lassie en Laff Box om te zorgen dat iedereen op het einde van de vrijdag nog even lekker finaal gesloopt werd. Tijdens Lassie was de hele V11 van voor tot achter één grote kolkende mensenmassa. Ik weet nog dat ik om me heen keek en dacht, dit is het mooiste wat er is. Al die blije gezichten, die dansende lichamen, die adrenaline die door onze aderen stroomt: Lassie levert een shot serotonine waar je de rest van je leven zoet mee bent. Hoe dat dan komt? Waarschijnlijk door de hoge energie van de band, de combi van de opzwepende harde gitaren en de hitsige synths, en het vermogen om bij het publiek al het verstand op nul te laten zetten en gewoon te gáán. En dat is de kracht van goede muziek; dat je niet meer weet wie of waar je bent, maar wel dat je gelukkig bent.

Ik ging naar Left of the Dial en blijf denk ik de rest van het jaar thuis uitkateren. Wát een feest.

Gezien: Left Of The Dial Festival, Rotterdam, 19-21 oktober 2022

tekst:
Pernilla Ellens
beeld:
de-witte-kunst3_tineke-klamer-1
geplaatst:
zo 30 okt 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!