Eendracht maakt macht, dacht B. Fleischmann en hij voegde zn groovebox (de befaamde MC-505) samen met die van Herbert Weixelbaum. Ziedaar het concept en evidente projecttitel. De werkmethode voor Late kan je welhaast democratisch noemen, waarbij de ene producer het basisstramien levert en de andere het afwerkt. Het levert best wel fraaie indietronic op, maar je kan je soms niet van de indruk onttrekken het allemaal wel eens elders te hebben gehoord. De charmante lofi-aanpak komt echter ontroerend over, zeker wanneer beide grooveboxes in de finale toewerken naar een licht noisy crescendo. Facing It is wel een klasse-track: een melancholische pianoriedel kronkelt in de goeie ouwe Morr-traditie ins blaue hinein, terwijl twee tegengestelde ritmes aan elkaar trekken en sleuren en een bijkomende fraaie melodie het geheel opstuwt naar een orgastische finish. Ook tijdens Toru Okada weten de 505s een bescheiden shoegazer-stormpje te veroorzaken, waarbij beide machines uitwaaierende gitaardistortion handig weten te simuleren.