De Sloveense muziekgroep en kunstenaarscollectief Laibach is actief sinds 1980. Sinds de oprichting is Laibach omgeven door controverse. In hun ’totalitaire pop art’ performances wordt consequent gebruikgemaakt van elementen uit het Duitse fascisme en het Russische communisme. Na een eerste periode van donker aangezette industriële geluidsstukken breekt er gedurende de jaren negentig een tijd aan van allerhande bombastische coverversies. Afgelopen jaar is daar hun interpretatie van ‘Kunst der Fuge’ van J.S. Bach aan toegevoegd. Het gaat hier om één van Bachs laatste werken. De Slovenen creëren computerbewerkingen met een resultaat dat tussen vroege elektronica en “dark gothic” geplaatst kan worden.
Dinsdag 10 februari 2009 staat Laibach voor een éénmalig Nederlands concert in de kleine zaal van het Patronaat. De opstelling roept direct herinneringen op aan Kraftwerk. De vier Laibach computermannen Luka Jamnik, Iztok Turk, Sašo Vollmayer en Ivan Novak hebben zich netjes gegroepeerd rond slagwerker Janez Gabri. Het instrumentarium is een combinatie van vroege en hedendaagse elektronica. Tijdens het eerste deel van het concert roept dat herinneringen op aan de klassieke interpretaties van Walter Carlos (later Wendy Carlos). Vooral als Gabri zijn elektronische slagwerk laat klinken als een drummachine gaat het geheel nogal gedateerd klinken. Gaandeweg wordt de benadering avontuurlijker en komt Isao Tomita even om de “hook” kijken. Vooral de karakteristieke klanken van de ARP synthesizer, de Korg MS10 en Korg MS20 geven die typische kleuring aan het totaalgeluid. Door een mooi uitgebalanceerd geluid groeien de Bach manipulaties in het tweede deel van het concert naar een meer eigentijdse klankkleur. De computer geluidsbewerkingen van de Bach partituur, het orgelwerk en de ambient soundscapes zorgen voor een verfijnde gelaagdheid en een juist evenwicht tussen de contrapunten en canons uit “Kunst Der Fuge”. En ondanks de oorspronkelijk mathematische opbouw van “Kunst Der Fuge” worden de bewerkingen (+/- 80 minuten) warm opgediend bij het publiek. De enigszins psychedelische visuals zorgen er uiteindelijk voor dat het resultaat totaal niet meer doet terugdenken aan de controversiële periode uit de jaren tachtig.