Sire, er zijn nog Belgen onder ons. Ik worstel met mijn identiteitscrisis. Ik zoek naar de grond onder mijn voeten. Iedere dag opnieuw is het mijn vaste gymnastiekoefening. Sinds kort doe ik het op de tonen van Implant, zijn vrucht heet Drugs Vs. Violence. Ik ben kerngezond in lijf en leden, eet meer fruit dan goed voor me is, oprispingen, toch ben ik verslaafd aan Drugs VS. Violence. Het is een groot vraagteken, geschreven in sierlijke letters. Ik koester mijn identiteitscrisis, woon in het lelijkste land dat ik ken en wil nooit meer weg. Er staat veel elektro op Jemenfish2005. Ik ben niet altijd even overtuigd, pruillip. Maar ik geloof in alles wat klein en mooi is en nog het meest in de schittering van haar blauwe ogen. Alles komt goed. Ik wacht op het kantelmoment dat Zaventem heet. Ik kijk door het raam, fileleed, dagelijks leed. Zaventem van Wixel en The Silly Walking Rabbit (die titel, dat geluid) van Ansatz Der Machine zijn de soundtrack die, voor heel even, dit leven dragelijk maken. Hoeveel lof kunnen ze aan? Ik steek mijn vijf vingers in de lucht en duim voor hun toekomst. Schud elke identiteitscrisis met gemak van me af. Je moet luisteren, zei ze. Het was goede raad en drie weken lang al koester ik zijn plaat en zijn verbeelding. Ze heet Touch#6′ en omdat Petersonic beter klinkt dan Peter Baert werd het zijn schuilnaam. Hij is deelgenoot in het grote verhaal dat Brussel nu schrijft. Hoeveel creativiteit kan deze stad aan? Petersonic is de zoon van een organist, met een obsessie voor samplers, pcs en zijn dochter Lola. Liefde is het begin en het einde van alles. Hij bijt zich vast in de elektronica, schrijft zijn eigen verhaal. Hij is oud genoeg om alles te weten, toch kiest hij voor de moeilijke weg van het ontdekken. Eavesdropper staat in de credits. Hij zat achter het glas en keek toe. Hij weet hoe het moet. De productie is glashelder en zijn boetseerwerk haast onfeilbaar. Absent Markest is mijn favoriet voor de komende vier nachten. Het is een eerste stap, soepele tred. Ik denk aan Brussel en aan de glimlach van zijn dochter. Heeft ze blauwe ogen? Sire, er zijn nog Belgen onder ons. Het zijn harde werkers, geloof in het eigen kunnen zal hen redden. Ik weet, ik leef, alles komt goed.