Twee releases van het Amerikaanse Thrill Jockey belanden hier bij ons. Een label dat muziek uitbrengt aan de rand van het rock- en popuniversum, met bands als The Sea & Cake, Tortoise en Fiery Furnaces. Dat ze op heel wat terreinen actief zijn, bewijzen ze met ‘Ironto Special’ van the Black Twig Pickers. Dit is Amerikaanse rootsmuziek, maar dan van het traditionele soort. De appalachian folk die deze band ten gehore brengt, klinkt alsof hij door Alan Lomax zelf zou kunnen opgenomen zijn. De banjo’s worden gestemd, net als de snaren van de viool en het washboard wordt in positie gezet. En in sommige nummers weerklinkt de mondharp als nooit tevoren. De band probeert op geen enkel moment vernieuwend te klinken, met hun versies van oude folksongs. Het is dan ook logisch dat mensen als Charlie Parr even hun neus aan het venster steken (‘Rocking in A Weary Land’). Voor wie van traditie houdt, al lijkt dit iets dat live iets beter tot zijn recht komt dan op plaat.
Van een heel ander kaliber is Barn Owl, dat met ‘Ancestral Star’ soms ook vastklampt aan een traditie, maar evengoed eigentijds probeert te klinken. Postrock is een term die een deel van de lading dekt, al is dat genre intussen zo vaak misbruikt dat we het liever niet gebruiken. Barn Owl creëert een duistere sfeer, met lange uitgerekte nummers en drones, die vaker niet dan wel tot uitbarsting komen. Daarnaast, zoals in ‘Cavern Hymn’, zijn ze schatplichtig aan jonge leeuwen als James Blackshaw, al zijn de gitaarcomposities die zij in elkaar steken minder stabiel. Een album dat vooral veel sfeer brengt, maar nooit echt een vaste bodem biedt.