Moet er nog freakfolk zijn? Net als je denkt dat de beweging stilaan op haar laatste ongeschoren benen loopt, zet er weer een nieuw collectief zijn sandalen tussen de deur. The Cave Singers, een trio uit Seattle, hebben een voorgeschiedenis in postpunk en powerpop. Zo was gitarist Derek Fudesco actief in het vorig jaar ter ziele gegane Pretty Girls Make Graves, niet bepaald een rootsgroepje. Een late folkroeping dus. Wat levert dat op? Nasale en nogal quirky vocalen (de zanger heet dan ook Pete Quirk), monotoon gedrum en repetitieve gitaarriedels. Voor u Devendra Banhart kunt roepen, hebben wij al Cave Singers genoteerd. Repetitief is een mes dat ook hier aan twee kanten snijdt (hoor bijvoorbeeld ook Cass McCombs). Als het werkt, is het effect aangenaam hypnotiserend, zoals op de eerste vier tracks. Maar wanneer het centrale riffje je neurotransmitters onberoerd laat, ben je vertrokken voor drie vervelende minuten. Er wordt hoorbaar moeite gedaan om ‘Invitation Songs’ “tijdloos maar toch modern” te laten klinken, maar een geheel overtuigende propositie vinden we het toch niet. Kampvuurliedjes voor een generatie kids die thuis ‘guitar hero’ spelen op hun Playstation? Nee, toch eerder voer voor de freakfolkfan die tussen Banhart en Dungen nog plaats heeft voor één schijfje.