Janneke van der Putten en Christian Galarreta verkennen in Invisible architecture de vuurtoren op Île de Vassivière. Resonanties, galm, stem- en andere geluiden zijn bewerkt en gemanipuleerd in een poging om de akoestische eigenschappen van de toren hoorbaar te maken. Het resultaat is een lp met twee composities die een bijna sacrale sfeer uitademen. Langgerekte klanken vervloeien met elkaar en soms duiken er kleine ritmische geluidjes op. Bij tijd en wijle intrigerend, maar de ruimte van de toren van Île de Vassivière wordt nergens tastbaar. Daarvoor ontbreken er geluiden als je eigen adem, wegstervende voetstappen, geroezemoes van aanwezigen, het dichtslaan van een deur, het suizen van de wind
Als performance lijkt Invisible Architecture wel geslaagd. Op de lp valt helaas wel een en ander af te dingen. Ondanks de mooie zware 180 grs persing stuit de luisteraar onvermijdelijk op de beperkingen van het medium. Kleine tikjes zijn niet storend, maar op beide zijden begint aan het einde van de compositie de naald vervaarlijk te kraken en voegt zo zijn eigen akoestische eigenaardigheden toe aan de luister-ervaring. Als je dan ook de aanwijzing opvolgt om de lp zo luid mogelijk af te spelen en zowel op 33 als op 45 toeren te draaien creëer je onbedoeld met extra gegons, gerommel in de lage tonen, gekraak en andere bijgeluiden een akoestische beleving van je eigen Invisible Architecture.
Sajjra is Christian Galaterra. Op dit debuut album staat een aantal intrigerende tracks. De eerste track doet een beetje denken aan muziek uit de begintijd van de Swans en even later lijkt Sajjra aan te haken bij hedendaagse geluidskunstenaar als Laurent Perrier. Sajjra heeft echter bovenal een eigen stijl met zijn gestapelde, vervormde (gitaar)klanken, repeterende ritmes en geluidscollages waarin soms een liedje komt bovendrijven.
Op ‘Lima Norte Metamúsica’ van de Peruaan Wilder Gonzales Agreda staan zeven composities met experimentele muziek. Met bekende elementen als elektronica, vervormde stemmen, geluidssamples en bewerkte akoestische geluiden boetseert Wilder zijn klankkastelen zonder dat het duidelijke verwantschap heeft met de muziek van zijn westerse collegas. En juist dat maakt het de moeite van het beluisteren waard.