Intrieurs Harmoniques

De Franse componist Pierre Schaeffer, die algemeen beschouwd wordt als de vader van de musique concrète, zorgde ervoor dat concepten als ‘akoesmatisch’ en ‘gereduceerd’ luisteren, deel zijn gaan uitmaken van het muziektheoretische begrippenkader. Hoewel de termen vaak als synoniemen gelden, is er een onderscheid: het eerste gaat over de confrontatie met geluid waarvan de bron niet duidelijk is, het tweede over een actieve vorm van luisteren die zich volledig toespitst op de eigenschappen van de klanken zelf, en niet op de bron ervan of de wereld van betekenissen die ze oproepen. Hoewel je kan stellen dat de ongetrainde luisteraar problemen gaat hebben met de akoesmatische principes (omdat het een normale reflex is om de vraag ‘waar komt dit geluid vandaan?’ te stellen), zal een getrainde luisteraar abstractie kunnen maken, bijna de rol van geluidstechnicus opnemen en inzoomen op concrete elementen die worden voortgebracht (al dan niet door het inschakelen van manipulerende tussenstops), zoals textuur en timbre. Vooral sinds de toenemende dominantie van het digitale experiment, krijgen deze begrippen meer weerklank. Een sleutelrol wordt daar gespeeld door het in Montréal gevestigde label empreintes DIGITALes. Dat brengt nu ook de eerste solorelease uit van componiste Elizabeth Hoffman (°1961), die er een erezaak van maakt om geluid waar de oorsprong al dan niet van gekend is op verschillende manieren te presenteren en bewerken. Basisingrediënten als percussie, druipend water, vogelgezang en andere field recordings worden zo aangewend en vervolgens bewerkt, herschikt en bedachtzaam gemodelleerd, zodat er een volledig nieuwe set van regels ontstaat. De resultaten getuigen vaak van een cerebraal impressionisme, waarbinnen de materie van de klank een relatie aangaat met spookachtige resonanties en frequenties. Op ‘Palimpsestes’ van de Canadese klankcomponist Robert Normandeau (°1955) wordt het nog indrukwekkender, en vooral dan in de titelcompositie, waarvoor hij vertrok van een aantal vocale bijdragen, maar die op zo’n ingrijpende manier wist te ver- en bewerken, dat het onbegonnen werk is om uit te maken waar de ene stem begint en de andere eindigt, of soms zelfs waar menselijk en machinaal het van elkaar overnemen. Zijn composities bewegen zich tussen enerverend geritsel (‘Murmures’), schrikaanjagend gesnuif (hoogtepunt ‘Jeu De Langues’) en bezwerende doedelzakhymne (‘Anadliad’). In afsluiter ‘Palindrome’ wordt dan weer aansluiting gezocht bij zijn deep listening-werk. Het resultaat is een statig evoluerende trip met een soms symfonische grandeur, waarbij akoestisch basismateriaal, analoge infrastructuur en digitale bewerking elkaar naadloos aanvullen. Meest opvallend van het trio is echter de tweede solorelease van Christian Bouchard (°1969), die werd uitgegeven als audio-dvd. Heeft ‘Automacité’ aanvankelijk meer verwantschappen met de verknipte muzikale montages van John Oswald, dan is dit schijnbare chaos van een heel andere orde, waarbij voortdurend stiltes ingelast worden tussen de compacte erupties van digitaal gestuiter en door het stereospectrum schietend gerammel, waarbij ritmische explosies en pitch manipulaties zorgen voor een gekmakende onvoorspelbaarheid en futuristische afstandelijkheid. Het is een even uitdagende als afmattende klankreis die de luisteraar voortdurend dwingt om zijn luisterhouding aan te passen.

tekst:
Guy Peters
beeld:
ElizabethHoffman_InterieursHarmoniq
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!