Het uit Leicester afkomstige combo The Kings Of Frog Island met voorman Matthew Bethancourt, ook actief in Cherry Coke en tot 2008 met Josiah, is toe aan de afsluiter van hun geplande trilogie. De plaat is dan ook vindingrijk III genoemd. Ach, te veel geestverruimende middelen kunnen ook al eens beperkend werken, zullen we maar denken, of de zes heren die The Kings Of Frog Island vormen, willen bewijzen dat ze ondanks alles nog steeds tot drie kunnen tellen. Wat ons brengt tot de muziek die op deze cd prijkt. Stoner uiteraard, of wat had je gedacht na het lezen van de voorgaande onzin. Maar wel van het degelijke soort, dat zeker. De plaat opent met een industrial aandoende intro waarin een parlandostem de naam van een reeks ter dood veroordeelden opsomt. Een sinistere sfeermaker voor wat komen gaat. En daar zitten heel wat serieuze onderwerpen tussen, die alleen al door hun titels (Glebe Street Whores, Bride Of Suicide, I Aint Sorry) tot de verbeelding spreken. Muzikaal speelt dit combo heel strak, met veel invloeden uit de blues en de psychedelica, terwijl de basis stonerrock is en blijft. Queens Of The Stone Age is bij The Kings Of Frog Island een onvermijdelijke referentie, alleen al door de grote gelijkenis van de stemmen van Matthew Bethancourt en Josh Homme. Daar komt de feeling voor quasi perfecte rocksongs nog eens bovenop, en de grote inventiviteit qua ritmes en melodie die de band aan de dag legt. Luister alleen naar The Keeper of en je voeten stampen de song nog minutenlang na het einde mee. Het is het sluitstuk voor deze band, hiermee houdt het op. In verslavende schoonheid.