Icky Vicky

Compost Haven is ontsproten aan het brein van John Collins McCormick, een Amerikaanse geluidskunstenaar die de wereld met dezelfde speelse en luidruchtige fantasie tegemoet treedt als Gen Ken Montgomery (oprichter van Generator, de eerste galerie voor geluidskunst in New York) en Gordon Monahan. Niet alleen deelt hij met hen een voorliefde voor lawaai, hij werkt ook graag met spullen die je eerder in een gereedschapskist verwacht dan in de flightcase van een rockmuzikant. Op de info bij ‘Icky Vicky’ (een titel die herinneringen oproept aan The Residents) gewaagt hij van motoren en objecten. Vooral die laatste term is plezierig vaag en ruim. Dus geklop van hamers en het hijgerige zuchten van zagen behoren tot het arsenaal. Het leegschrapen van emmers. En als ik me niet vergis, hoor ik ook nog iemand een vloer bezemen. Maar McCormick weet deze componenten te bundelen tot muziek. Met al die spullen kan hij sloddervossige ritmes samenstellen. Hij laat altvioliste Katie Kroko lijntjes strijken, die soms niet meer zijn dan voorzichtige piepjes, maar ook kunnen uitbouwen tot melodische contouren. Met titels als ‘The Barn’ en ‘Ed’s Truck’ (om maar niet te spreken van ‘Jay and Wendy’s Dogs’) krijgt je het sterke vermoeden dat dit alles zich afspeelt op het Amerikaanse platteland. Dat klopt helemaal. ‘Icky Vicky’ werd opgenomen in Art Farm Nebraska. Een kleine speurtocht met een atlasprogramma onthult een plek in een raster van wegen die elkaar onder rechte hoeken kruisen, met groene cirkels van gewasbesproeiing overal rondom. Een van de weinige percelen in dit inderdaad zeer platte gebied waar je bomen kunt tegenkomen. Merkwaardige plek. Krankzinnig album. Smakelijk eten.

tekst:
René van Peer
beeld:
Compost_Haven_Icky_Vicky_digi
geplaatst:
zo 15 mrt 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!