Wolf Eyes heeft vele gedaantes, vele maskers die elk hun eigen verhaal hebben. Er zijn gelimiteerde cassettes en cd-rs die op Olsons eigen label, American Tapes, worden uitgebracht en een losse chaosstructuur hebben. Er zijn 12s , lps en cd-rs die ze voor andermans labels uitbrengen, zoals recent nog de fantastische River Slaughter dubbel lp (op Hospital Productions), die lijken te zijn opgenomen in een creatieve trance, de grenzen ontdekkend en verleggend. En er zijn de meest wijdverspreide, meest bekende albums, zoals Slicer en het vorig jaar uitgekomen Burned Mind, die, hoewel zeker van elkaar verschillend, kort door de bocht het meest gefocust klinken. Commercieel op een bizarre manier. Wolf Eyes is een symbool geworden, een baken van rebellie en eigenzinnigheid. Het is rock maar het is noise, zoals John Olson het ooit al zelf zei. Het eerste dat opvalt tijdens opener A Million Years is dat Olson ook voor Wolf Eyes zijn saxofoon uit het vet heeft gehaald om af en toe wat brutale Anthony Braxton-achtige injecties toe te dienen, iets dat de speekselklieren in mijn mond alvast volop in werking zet. De Throbbing Gristle invloed is ook niet verdwenen, het minimale Rationed Rot doet sterk denken aan Heathen Earth, hetzelfde geldt voor Leper War dat constant dreigt maar nergens losgaat, plagerig aan je oren knaagt. De manie van The Driller (een titel die je letterlijk mag nemen) komt dan als geroepen, eenmaal los een kakafonie van brulvocalen en scherpe noiseranden. Nu al een live favoriet. Net zo geflipt en ook binnen de vier minuten grens, zoals het een échte popsong betaamt, is Human Animal, de titeltrack. Weer die verwrongen blackmetal gorgels met daarover heen stampende noise en sissende effecten die venijnig je oorsmeer masseren. Wolf Eyes is in beweging en met Human Animal blijkt dat ze in staat zijn al de elementen die River Slaughter en andere nevenalbums zo fascinerend maken kunnen boetseren in een album dat net als Burned Mind mag worden bestempeld als een noizz klazzieker. Groarr.