De Zweedse saxofonist hij bespeelt ze allemaal, van klein naar groot Mats Gustafsson kent zijn improvisatorische Pappenheimers. Talloze malen blies hij aan de zijde van impropionier Peter Brötzmann zowel in diens tentet als in het trio Sonore. Dat plus een heleboel meer speltechniek is de voorsprong die Gustafsson op de drie Romeinen van Zu heeft, die een jaar of wat geleden vanuit de punk de vrijere jazz zijn gaan verkennen. Zon beetje als The Ex in de lage landen dus. Het is ook via diezelfde Ex, dat Gustafsson en Zu bij elkaar kwamen. Beiden speelden vorig jaar immers op het jubileumfeest van de Wormer rockers in Paradiso.
Gustafsson bedient zich hier net als Zu-saxofonist Luca Mai het hele album lang van de baritonsax. Het resultaat is alsof er twee brontosaurussen tegen elkaar in staan te brullen onder dreigend geroffel van slagwerkwer Jacopo Battaglia terwijl bassist Massimo Pupillo voor de bemiddelende snarenlijntjes lijkt te willen zorgen.
Soms levert het gierende noise op, waarvan Gustafsson drommels goed zal weten dat Brötzmann het in 1968, met ondermeer Evan Parker, Willem Breuker en Han Bennink aan zijn zijde, op het album Machine Gun al minstens zo goed, zo niet beter heeft gedaan. Maar iedere generatie mag natuurlijk het muzikale wiel opnieuw uitvinden. En er zijn ook verschillen. Zo kent het titelstuk van dit album een groove die bij de oude improvisatoren ondenkbaar zou zijn geweest. Verder lijkt de Zweed zijn Italaanse kompanen in sommige stukken te hebben weten overhalen om méér lucht toe te laten dan ze normaal in hun muziek stoppen. De hoes geeft geen uitsluitsel welke van de twee baritons die je hoort door Gustafsson en welke door Mai wordt geblazen, maar ga er maar rustig van uit dat het hondsmoeilijke boventoongekwetter van de Zweed komt.
The Way Of The Animal Powers wordt gepresenteerd als een Zu-album, maar is eveneens een samenwerkingsproject, waarbij gastspeler Fred Lohnberg-Holm het verdient om groot op de hoes vermeldt te worden. De Amerikaanse cellist biedt de drie Romeinen krachtig tegenspel, maar slaagt er minder in het geheel in een richting te sturen wat Gustafsson op How To Raise An Ox wel lukt. Daardoor is het album met de cellist, waarop Mai overigens weer veelvuldig naar de altsax grijpt, wat rommeliger. Er zitten een paar fascinerende en spannende tracks tussen. Als geheel is The Way Of The Animal Powers meer een vingeroefening dan een statement.