De Hawaiiaanse band Chokebore surfte in het begin van de jaren 1990 op de golven van de doorbraak van indierock. In die periode tourden ze samen met gelijkaardige groepen als Butthole Surfers, Girls Against Boys en Nirvana door de Verenigde Staten en Europa. In een latere periode van de band schoof het geluid stilaan op naar een verstild geluid, richting sadcore. In 2003 besloot de band dat het goed was geweest. Frontman Troy Von Balthazar wierp zich op allerlei andere kunsten. Zo acteert hij soms in, vooral Franse, low-budgetfilms en schrijft hij wel eens boek. Tussendoor maakt hij ook nog muziek. Zijn eersteling werd opgenomen in de studio van Elliot Smith. Op dit tweede solo-album horen we nog altijd echos van de betreurde bard. Op andere momenten klinkt de man dan weer als Mark Linkous van Sparklehorse. De lo-fi glitchy popsongs klinken soms ijl, soms direct, maar altijd puur. Vocaal krijgt hij op een pak nummers steun van zijn Franse muze Adeline Fargier. De creatieve duizendpoot levert alweer een behoorlijk mooie donkere muzikale parel af. De hoesfoto doet ons op één of andere manier trouwens denken aan Inland Empire van David Lynch. Een man die ook niet terugschrikt van bevreemdende donkerte want echt licht wordt het nooit in de wereld van Troy.