De diabolische crooner David E. Williams kruist maar mondjesmaat het pad van de muziekindustrie, maar na acht jaar stilte heeft hij vijftien nieuwe songs gebaard. Williams maakt misbruik van een rijk instrumentarium dat hij ook zelf inspeelt: van piano over triomfantelijke synthesizers en oorlogspercussie tot akoestische gitaar. Elke track is een klein pervers schilderijtje uit het dagelijks leven: het speelgoed hangt vol haarplukken nadat het werd uitgeleend aan kankerpatiëntjes, een dienstertje hangt ondersteboven met openspleten torso; en een net op het moment dat onze protagonist zijn droommeisje wil penetreren krijgt ze een toeval en slikt ze haar tong in! Los van deze lieftallige themas staat of valt Williams werk met de appreciatie van zijn stem: soms dodelijk monotoon, dan weer overslaand en bijtend als The Virgin Prunes met een kikker in de keel. Williams geniet ook als maker van filmmuziek enige cultreputatie in gehoornde kringen en ondanks het feit dat het onbegonnen werk is om deze cd in één ruk uit te zitten, toveren kleinere dosissen een duivelse grimas op het engelengezichtje van uw