We kennen mensen die vroeger, in de roemruchte jaren 1980, grote fan waren van Claw Boys Claw. We hebben nooit echt goed begrepen waarom. De platen waren redelijk, maar nodigden ons nooit uit om ze meermaals te beluisteren. Met de concerten was het al net zo. De mannen begonnen er aan en na een paar nummers betrapten we er ons telkens weer op dat we ergens aan de bar hingen hangen, wachtend op de volgende band. We hebben trouwens geen enkele plaat van de heren in huis, en we hebben er nochtans veel, heel veel. Recent vernamen we dat ze weer actief waren, maar dat hun muziek nu meer richting singersongwriter ging. Dat verraste ons toch enigszins, en toen we een promotie-exemplaar ontvingen van hun nieuwste cd, dit ‘Hammer’, besloten we er eens goed voor te zitten. Opener ‘600 Monkeys’ leek te bevestigen wat we vernamen en deed ons een beetje het ergste vrezen voor de rest. Nog twaalf nummers te gaan … We geven toe, we zagen er tegen op, maar hebben het ons uiteindelijk niet beklaagd. Niet alle songs zijn even sterk, maar er staan een paar degelijke liedjes tussen, al zijn ze niet bijster origineel. ‘Rotate’ ademt Nick Cave in elke noot, en ‘Sucka’ klinkt zoals we ons CBC menen te herinneren. Er kan nog gerockt worden, al is het niet wild maar een beetje bezadigd. Een beetje als de leeftijd van de heren zelf waarschijnlijk, al zeggen we hier niet dat het oude zakken zijn, want we zijn het net zo goed. Op zich vinden we het wel straf dat sterkhouders Peter te Bos (zang) en gitarist John Cameron het niet opgeven, sinds 1983 blijven ze ervoor gaan. Dit is geen doorslagje van debuut ‘Shocking Shades’ maar een degelijke plaat van een eigenwijze, Amsterdamse band die telkens opnieuw probeert zijn fans te verrassen. Parkeergaragerock zien we staan in de biografie. Dat is nu eens een term waar we iets mee kunnen.