Hoe volg je een debuutalbum op dat onder lofuitingen is bedolven? Nou, zoals Lucky Shiner doet op z’n tweede als Gold Panda. Met opener ‘Junk City II’ trekt hij direct alle registers open. Marimba, rollende percussie, hi-hats, handgeklap, deephouse-bassen, oosterse melodieën, onvoorspelbare geluiden, hier en daar wat glitch. Shiner smeedt het samen tot één geheel, dat eerder als en improvisatie klinkt dan als een bedachte combinatie. Doet Shiner goed. Met debuut ‘Companion’ gooide de Brit in 2011 hoge ogen. Mooi album met een geluid dat nu eens niet probeerde te klinken als dubstep, post-dubstep of future garage. Geen Rusko, geen James Blake, maar Gold Panda: een soort indietronics mét overmatige house-invloeden in een modern jasje. Op opvolger ‘Half Of Where You Live’ doet Shiner niet anders. Met een diepe housebeat als kompaan trekt hij de wereld over en mengt de invloeden met zijn slaapkamer-elektronica. Met bij vlagen prachtig resultaat. In ‘Brazil’ broeit de warmte van de stranden van Rio. ‘My Father In Hong Kong 1961’ zindert van de spanning. Toch: ondanks die prachtige momenten en subtiel gebruik van samples is deze tweede voorspelbaarder dan het debuut. Zeker wanneer Shiner het tempo laat zaken en dichter in de buurt komt van de ambient-pop waar het Kompakt-platenlabel uit Keulen al jaren goede sier maakt. Ach, dan nog: mooi en eigenwijs album.