Een boek waar al maanden, zo niet jaren naar wordt uitgekeken is Habibi van Craig Thompson. Thompsons debuut Goodbye Chunky Rice (uit 1999) zorgde al voor een kleine (en terechte) hype, maar het was vooral zijn tweede boek Blankets (Een Deken Van Sneeuw) dat de auteur in het pantheon van Burns, Clowes en de andere Amerikaanse alternatieve grootheden katapulteerde. Thompson, duidelijk geen aanhanger van het adagium kort maar krachtig, maakte van Blankets al een bijzonder dikke turf. Bij Habibi doet hij er nog schepje bovenop: het boek klokt af op 670 paginas. Dit maakt dit een stripverhaal dat je niet even ter ontspanning tot je neemt. ‘Habibi’ is een boek waar je echt wel even je tijd voor moet nemen. Niet alleen vanwege de vele bladzijden, maar ook omwille van het verhaal, dat behoorlijk complex is, en de vele gedetailleerde tekeningen die pas al hun krachtige geheimen prijsgeven na een aandachtige lezing.
In tegenstelling tot Blankets, dat we, als we even kort door de bocht mogen gaan, als een pakkend poëtisch liefdesverhaal kunnen categoriseren, is Habibi meer, veel meer zelfs. Het boek, waaraan Thompson begon na de verschrikkelijke gebeurtenissen van 9/11, speelt zich af in een fictief Arabisch land. Uitgangspunt is ook hier weer een liefdesverhaal, maar ‘Habibi’ is zo doorwrocht, zo complex, dat daarmee slechts een tipje van de sluier opgelicht is. Grote themas als religieus fundamentalisme, man-vrouwverhoudingen en het milieu worden door Thomspon niet geschuwd. Je ziet bij de auteur ook een zekere fascinatie voor de esthetiek van de Islam en de Koran. Dit alles maakt van Habibi een bijzonder rijke en intrigerende strip.
Ervan genieten is niet voor iedereen weggelegd, getuige de vele negatieve reacties waarin het boek als onverteerbaar en elitair wordt omschreven. Habibi is dan ook een werk dat het traditionele stripboek ver overstijgt, en daarmee maar weer eens bewijst dat strips ook “grote literatuur” kunnen zijn.