De Engelse schoolmeester Duncan Sumpner kan er wat van. Mochten wij gedoemd zijn tot dit beroep, we zouden lawaai maken om ons af te reageren. Duncan niet, hij wil net zo braaf klinken als hij van zijn leerlingen verwacht dat ze zijn. Origineel gaat het hier om een huiskamerartiest, maar voor dit derde album werkt hij ook samen met andere muzikanten. Geen verkeerde keuze, want nu valt zijn plaat extra op. Het geeft extra dimensie aan zijn mijmerende muziek: mistige stukken die het midden houden tussen wat men klasseert onder vreemde folk en postrock. Maar wat ons er zo in aantrekt is het gevoel dat zijn muziek deelt met de traditionelere indie scene van eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Hij slaat een brug tussen de dromerige muziek waar 4AD voor gekend was en de hedendaagse genres die we vermelden. Referenties vinden is geen gemakkelijke opgave in dit geval en meestal is dat een goed teken. We vonden op het internet Pink Floyd en daar kunnen we wel inkomen.