GONZO goes INCUBATE 2011: vrijdag 16 september

In het schattige NS16 begint Karina ESP haast ongemerkt aan zijn set. Fluisterende gitaren en heel subtiele percussie dwarrelen door de sprookjesachtige ruimte net achter het Tilburgse station. Chris Gowers, de man achter Karina ESP, verdwijnt dan ook helemaal in zijn eigen wereldje, de toeschouwers een beetje verwonderd en verweesd achterlatend. De prachtige ingetogen muziek van Karina ESP komt dan ook niet helemaal tot zijn recht in deze ruimte. Uitstekende muziek voor thuisgebruik op een regenachtige zondagmiddag- dat dan weer wél. De releases van de man zijn te bestellen via het Belgische Morctapes.

chris corsano1
Chris Corano, foto: Ruth Timmermans
christina
Christina Sehnaoui, foto: Ruth Timmermans

Gezwind begeven we ons daarna naar Paradox voor een Gonzo (circus) favoriet: Chris Corsano (zie GC#78). Jong en nu toch al de strakste levende drummer na Sven Ake-Johansson. Zijn samenwerking op Incubate met Dennis Tyfus missen we dus helaas wegens Karina ESP, maar we zijn gelukkig nog op tijd voor zijn collaboratie met de in Parijs woonachtige Libanese saxofoniste Christina Sehnaoui. Er zijn weinig vrouwen die op een niet-zoetsappige manier omgaan met hun saxofoon en Sehnaoui doet het op haast sadistische, pornografische wijze. Ze stopt plastic flesjes water en yoghurtpotjes in haar saxofoon, rukt het mondstuk eraf, klemt het instrument tegen haar lichaam. Soms doet het pijn aan de oren en aan de ogen, maar altijd weet Sehnaoui klanken aan haar geliefde instrument te ontlokken die je daar nooit eerder uit hoorde komen. Intussen gaat ook Chris Corsano zijn drum en triangel te lijf met zijn neus, een strijkstok, zijn vingers en diverse andere ongrijpbare ‘instrumenten’. Hun improvisatie komt samen in een mooi stuwend geheel. Het applaus van een intussen volgestroomde Paradox is dan ook terecht.

Iedere keer dat we Nadja zien optreden, liggen er bij de merchandise stand weer tien cd’s die we voor het eerst zien. De output van Aidan Baker en Leah Buckareff is indrukwekkend, maar gaandeweg het concert bekruipt ons het gevoel dat ze eigenlijk maar één nummer hebben. Gelukkig geen onprettig nummer, want traag, zwaar en mineur, zoals we onze drone-doom gitaren graag horen. Na een wat dun geluid aan het begin, verworden de veelgelaagde gitaren uiteindelijk tot een massieve muur. Daar leunen we graag tegen aan, al gaan de botte geluiden van de voortploeterende drummachine op den duur een beetje irriteren.

Daedelus is weer zijn onnavolgbare zelve: de gekke steampunk-professor die strak in het pak staat te gutsen van het zweet, en met zijn mystery machine de ene beat op de andere loop stapelt. Nooit neemt hij genoegen met minder dan een dozijn lagen op elkaar, en om de minuut komt er weer een nieuw geluidje bij dat de hele compositie opeens in een hele andere richting kan duwen. Het overweldigende resultaat verkent alle uithoeken van bezwerende soundscape tot hectische noise, maar altijd wel met een onderliggende swing die z’n publiek aan het dansen houdt- hoe chaotisch de geluidsbrei ook kan worden. Maar dit is wel een aanslag op je gestel. Een mensenlichaam kan maar zoveel decibels aan, en driekwart in de set moéten we even naar buiten, op adem komen. Een set die op die manier wonderwel aansluit bij de oorverdovende sludgedoom die hier later op de avond over ons heen wordt gestort.

Wat we al vermoedden, blijkt bewaarheid te worden tijdens Mater Suspiria Vision: “witch house” is veel vorm en weinig inhoud. Tegen een voor de hand liggende achtergrond van fragmenten van gallio-films hangen de leden over hun elektronica, verborgen onder monnikskappen (of zijn het gewoon hoodies?). Hun geluid verbergen ze onder bergen echo, ongetwijfeld bedoeld om een mysterieus effect te sorteren, maar met vooral een berg galmende herrie als gevolg.

Een aantal van die films meenden we eerder op de avond ook al te hebben gezien als decor voor Demdike Stare. De stoelen waarop we eerder naar Bill Drummond zaten te luisteren zijn inmiddels verdwenen, misschien in de hoop dat er wat te dansen valt. Echt naar de keel grijpt de muziek niet, waardoor Demdike Stare de aandacht van het publiek er niet altijd bij weten te houden. Het duo is er dan ook vooral op uit sfeer te scheppen, en laat z’n spookmuziek fraai aansluiten bij de vaag onheilspellende beelden op het projectiescherm.

the secret2
The Secret, foto: Gé Huismans

We werden verleid door de promotekst in de Incubate-gids dat Herder harder zou zijn dan Motörhead met hun show van sludge, doom en crust. Helaas, they don’t walk the talk. We horen bij vlagen Rage Against The Machine in het kwadraat. Achteraf blijven we wel ’n beetje hangen in Little Devil, en de mystery guest van de avond blijkt The Secret te worden. De Italiaanse metaldoom band verrast ons met hun energieke mix van metal, trash en hardcore. Check ook hun recente plaat op Southern Lord, ‘Solve et coagula’.

Na de degelijke doch vrij doorsnee sludge van het Zweedse Kongh, was het uitkijken naar de grote belofte Dark Castle. Het duo creërde die verwachtingen met hun zeer soliede laatste plaat ‘Surrender To All Life Beyond Form’, maar de intensiteit die daarop wordt tentoongespreid kan alleen maar harder aankomen in een livesetting, zo dachten we. En we zaten er plék op: Dark Castle speelde loeihard en dat was de enige juiste manier. Een onontkoombare mokerslag van inktzwarte, nooit aflatende doom uit de diepste krochten van het kasteel. Er werd in het geheel niet met het publiek gecommuniceerd, maar geen band die ons op Roadburn zo rechtstreeks bij de lurven vatte. Een krachttoer van een show.

yob1
YOB, foto: Ruth Timmermans

“We’ve got three more songs,” zegt Mike Scheidt na het eerste nummer, alsof het concert al bijna voorbij is, “which should take about forty minutes.” En waarschijnlijk nog wel wat langer. YOB toont overtuigend aan waarom er geen enkele reden is om al om twee uur naar bed te gaan. Lange tracks, slepende en harde doom vol fuzz en weids galmende vokalen. Drummer van dienst voor deze tournee is Rob Shaffer (Yob’s vaste man is in de States moeten achterblijven), die een uur eerder ook al achter de kit zat bij Dark Castle. Het lijkt YOB wat minder strak te maken dan gewoonlijk (en Shaffer volkomen uitgeput), maar dat geeft het optreden een extra rafelige rand waar we op dit uur van de nacht geen enkel probleem mee hebben.

Om de nacht in te zetten trekken we nog even naar het Midi-theater. Loefah probeert er een kleine menigte aan het dansen te houden met een mix van moderne garage (wij noemen het allang geen dubstep meer) en aanstekelijke house. Het schijnt hem aardig te lukken. Maar de sfeer is gezapig te noemen in vergelijking met het gekkenhuis dat Horst Aan De Massive onder in de bar heeft geschapen. Een honderdtal uitzinnige dansers buitelen naast, over, op en onder elkaar op de ene onmogelijk diepe drilbas na de andere- bij momenten ontstaat er zelfs een sympathieke moshpit. Zelfs wanneer de lichten aangaan blijft iedereen nog een tijdje onverminderd doorflippen. Een weldadige afsluiter voor een zeer mooi gevulde dag.

tekst:
Dimitri Vossen
beeld:
chris-corsano
geplaatst:
ma 19 sep 2011

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!