Samen met onder andere Frank Dommert en Markus Schmickler, vormde Carsten Schulz in de jaren 1980 en 1990 de as waarrond de experimenteel-elektronische muziekscene in Keulen draaide. Misschien doet het nog steeds actieve label Entenpfuhl, of projecten als POL en Kontakta bij sommigen onder jullie nog een belletje rinkelen?
De eigen output van Schulz is zeer beperkt gebleven: slechts een handvol releases in dertig jaar tijd. Hij is immers ook actief als filmmaker, en heel wat van zijn materiaal verdwijnt in anoniemere kanalen. Zo levert hij bijvoorbeeld klanken aan de Duitse zender WDR. In dit soort omstandigheden juichen we een retrospectieve altijd toe, en zeker als naast de integrale debuutelpee (’10. Hose Horn’, 1991) ook obscure cassettetracks en compilatiebijdragen heropgevist worden. Je kan horen dat de man in soundtracks denkt: een kenmerkende track als ‘Reis’ vertelt een verhaal met echo’s van stemmen, etnische invloeden, melancholische synthesizerklanken en industriegeluiden (waaronder samples van denderende treinen). Maar Schulz is ook in staat tot abstracte experimenten of collages en misbruikt kinderrijmpjes, dieren-gegrom, beursnieuws, muzak en dansbare elektronica.
Er is nog enige ironie nodig wanneer we de ritmische tracks uit de maxi ‘7. Party Disco’ benaderen, maar zijn eenmalige alias Blockwart levert met ‘Neuntoter’ een onweerstaanbare minimal electronics hit af. In 1991 ging dit singeltje onopgemerkt voorbij, maar we durven alsnog hopen op gerechtigheid. Verkrijgbaar op vinyl, cd en download, brengt ‘Frühe Jahre’ een zeer geslaagde gevarieerde staalkaart van een onterecht onbekend en ondergewaardeerd artiest.