In GC#116 wijdden we enige zinnen aan het in eigen beheer uitgebrachte minicd-tje van Midnight Faces. Het was de voorbode voor een mogelijk zomers aandoende langspeler van twee heren die hun muzikale sporen reeds verdienden in de alternatieve folk (The Drums) en postrock (Saxon Shore, ook Josh Tillman van Fleet Foxes). Met Midnight Faces gaan ze alweer aan andere kant op, die van de indierock en -pop. De vier liedjes en overbodige remix beloofden een en ander, maar met deze langspeler maken ze het beloofde niet echt waar. We verongelukken ons voornamelijk over de uitermate zeurderige stem van Philip Stancil. Zijn zang lijkt te zijn geboren voor melancholisch aandoende liedjes die met stadionoptredens in het achterhoofd werden neergepend. We zochten in ons brein naar vergelijkingen, en kwamen uit bij die kwiet van Coldplay wiens naam we niet wensen te onthouden, en eentje waarmee de band zelf afkomt: David Gahan van Depeche Mode. In een bezopen en gedrogeerde bui. De band omschrijft zijn muziek graag als een mengeling van Tom Petty en The Cure. Tja, niet alle liedjes van Petty lijken ergens op, en het zijn allicht die mislukte pogingen die Midnight Faces tot voorbeeld nam. ‘Fornication’ vinden we aldus allesbehalve geslaagd.