Het werk dat van Roedelius opnieuw wordt uitgebracht, blijft voor kleine verrassingen zorgen. ‘Flieg Vogel Flieg’ is het vijfde deel in wat genoegzaam bekend staat als de ‘Selbstportrait’-reeks. De plaat bevat sketches die hij opnam tussen 1973 en 1979 met een Revox bij hem thuis. Het is de eerste van de reeks waaraan Roedelius enige details wijzigde, het geluid wat oppimpte en van wat opsmuk voorzag. De meeste stukken zijn behoorlijk fragmentarisch. Ze beginnen ergens, en doven dan net zo onverwacht weer uit. Het zijn dan ook probeersels, waarvan er toch enkele, zoals opener ‘Über Berg Und Tal’ of het bijna als een popdeuntje klinkende, korte ‘Lange Weile’, getuigen van een grote inventiviteit, gevoel voor ritmiek, melodie en speelsheid die de stukjes tot het beste van zijn werk maken. Roedelius maakte uiteraard niet alleen maar soloplaten. Hij maakte samen met Dieter Moebius ook deel uit van Kluster en Cluster. Het negende album van Cluster, ‘Curiosum’, verscheen in 1981, waarna het enkele jaren heel stil bleef. In 1990 was daar opens ‘Apropos Cluster’, dat klonk als een verademing en wederopstanding. Nog vier jaar later verscheen ‘One Hour’, een plaat die inderdaad één uur muziek bevat die beide heren samen hadden geïmproviseerd. Uit de uren aan materiaal werden de interessantste stukjes gepuurd die in elkaar werden gezet tot een coherent geheel van een uur. De plaat is een mooi voorbeeld van kosmische muziek, waarin een imaginaire reis wordt geëvoqueerd door een bizar maar onderhoudend universum. Dit is geen filmmuziek, maar een soort sciencefictionmuziek met be- en vervreemdende elementen gelardeerd die smaakt naar meer. Moebius ging in zijn carrière, net als Roedelius, een boel samenwerkingen aan. Tim Story is een gewaardeerd elektronica-muzikant. Jon Leidecker zit eerder in de experimentele hoek, met bijdrages aan Negativland en People Like Us. Hij zorgt voor de perfect in het geheel passende storende factor, voor de noise, het gesis en de mist. Elf stukken creëerde het trio, variërend van een mediterrane sfeer (‘Flathead’), luchtig romantich (‘Yaak’) tot dreigend industrieel (‘Fracture Fuss’). Vooral laatstgenoemd stuk is een staaltje vernuft, een indrukwekkend hypnotiserend minimaal stuk industrial met een Einstürzende Neubauten-gevoel. De plaat klinkt soms wat abstract, maar de vele rtimes maken dit toch tot een bezwerend en avontuurlijk geheel.