Een halve klokslag keer ik terug in de tijd. Geen glazen bol die het zag aankomen, niemand die het kon voorspellen, maar 2004 werd muzikaal een jaar van Less is More, minimal techno, ambient en drones, termen die onbruik waren geraakt werden afgestoft en reïncarneerden, floreerden als nooit tevoren. Een zonvloed leverde de beelden, Sunno))) en Earth de soundtrack. Anno 2005 kan Brian Eno zonder blikken of blozen naast zijn halve backcatalogus ook nieuw werk uit de kast halen. We zijn terug op het punt dat weinig weer mag, weer kansen krijgt. Postrock, een genre dat altijd al graag flirtte met lang uitgesponnen stiltes en met zelfopgelegde beperkingen, miste de laatste jaren wat stoom en kon een injectie gebruiken. Met Port-Royal krijgt het genre een uitstekende nieuwe band in hun rangen. Op hun debuut Flares er was eerst de Ep Kraken –
toont het Spaanse vijftal zich bijzonder creatief. Port-Royal plaatst zich nadrukkelijk op het snijpunt waar Labraford, Brian Eno en Ulrich Schnauss – gloeiende instrumentale jaren tachtig pop die zonder gêne de kaart van de weemoed trekt elkaar ontmoeten. Port-Royal schildert breedvoerige symfonische landschappen, doorspekt het geheel met spoken words en dompelt het resultaat onder in een bad vol van emoties. Het resultaat is een eigentijdse, moderne muzikale rustplaats.