Midden jaren negentig kregen indierockers ineens door wat je kon bereiken door de intensiteit van shoegaze te combineren met, jawel, indierock. Catherine Wheel en Kitchens of Distinction leenden de emotie van The Chameleons en de Psychedelic Furs en bliezen er breed uitwaaierende gitaarpartijen en vlammend drumwerk voor om zo een stevigere vorm van dreampop of shoegaze te creëren. Film School grijpt terug naar die enigszins verouderde formule. Niet aangetast door een greintje postpunk maar wel aangestoken door de door Sonic Youth gestijlde gitaarnoise (hier meer gestijld dan noise overigens) bouwen ze hun tweede langspeler vol met liedjes verstopt onder een postrock-achtige ambiance. Zachtjes loeiende synthesizers tijdens Deep Lake, glinsterende mini crescendos in Pitfall en On & On. Toch is het allemaal een beetje gezichtsloos, uitschieters zijn er niet waardoor het album voelt als één lange sfeerbrij die nergens weet te beklijven.