Moritz von Oswald: het lijkt toch een beetje een naam als uit een koningsverhaal. Nu wás von Oswald natuurlijk ook de koning van de versluierde dubtechno. Eerst betrokken bij wavepop gezelschap Palais Schaumburg, later zelfs nog even Propaganda bijstaand, vervolgens helemaal inzettend op projecten met Mark Ernestus als Basic Channel, Rhythm & Sound en het nog viermaal vervolgde Round One. Met het opdoeken van Rhythm & Sound droogde de creatieve bron allerminst op – integendeel. Met Carl Craig werd een oude samenwerking heropgepikt, wat leidde tot een herwerking van Ravels Bolero, en vijf jaar geleden ontstond het Moritz von Oswald Trio. Een beetje een oneerbiedige naam misschien wel, richting Vladislav Delay en Max Loderbauer, toch geen debutanten in de alternatieve elektronica. Hoe dan ook: tot nog toe wist het trio alvast míj nog niet helemaal te overtuigen op plaat. Alsof de -toegegeven, torenhoge- verwachtingen niet ingelost werden, de som nauwelijks de opgetelde delen evenaarde. Met Fetch lijkt dat gedeeltelijk anders. Daarmee is het trio aan de spreekwoordelijk moeilijke derde toe gelimiteerde liveplaat Live In New York niet meegerekend, en lijkt het pad bevrijd van de zoektocht, de weg open naar het onverwachte. Jam leidt in met ruimtelijk, tastbaar experiment. Het neemt een kwartier de tijd, klinkt eens onderkoeld, dan weer met kloppend hart, en afwisselend mystiek, atmosferisch, helder en sec. Sferisch en superdiep is Dark. Met zulke bas kan je een seismograaf ijken. Ook Club heeft punch, drijft op knisperende ritmes, maar vergis je niet: dit klinkt niet als het verslag van een bezoek aan een Berlijnse club, maar eerder als een nachtelijke inbraak in een metaalbedrijf, waar de noodverlichting uitvalt en het trio tegen alle losliggend materiaal aanstoot. Met toevallig nog een keyboard in de cafetaria, en een stel funky potten en pannen in de kast. Als muziek aan de lopende band klinkt het in ieder geval allerminst. Yangissa klinkt -wat had je verwacht- Afrikaans geïnspireerd en stapelt de ritmes. Toch klinkt net dit nummer ook het meest technisch, rationeel en daarmee ook continentaal verwijderd van Afrikaanse roots. Het nummer kent best nog interessante keerpunten (vier interessante ritme-ideeën voor de prijs van één), maar waar het hoofd meewil, weigeren de benen. Fetch eindigt daarmee een beetje pesterig waar het anders een instant klassieker had kunnen zijn.