De titel Exwork, aldus Devens, is afgeleid van de term ex-works of ex-factory. Die duidt op de economische constructie waarbij de klant goederen bij de fabriekspoort kan ophalen, waarbij de verantwoording ook vooral bij de koper komt te liggen. Devens ziet een overeenkomst met de kunsten: zodra een werk de studio verlaat, ligt de macht bij de consument. Dat is een angstige gewaarwording voor de kunstenaar, maar die lijkt Devens niet tot concessies aan een publiek te bewegen. Hij gaat zijn eigen weg en levert hier een cd af met een duidelijk industrieel geluid (want ook daarnaar verwijst de titel uiteraard), maar denk daarbij niet aan een muur van gruizige ruis of stampende ritmes. Exwork is namelijk veel subtieler. Devens onderzoekt de textuur van geluiden, die hij laag over laag legt. Hij maakt gebruik van opnamen van snaren en platen, verbonden aan elektrische motortjes, veldopnamen en elektronische bewerkingen (van bijvoorbeeld speelgoed). Akoestische opnamen van voorwerpen combineerde hij met state of the art digitale technieken. Dat resulteert de ene keer in zacht krakende en galmende geluiden op een ruisende drone, de andere keer in een snel ritme van meerdere metalige slagen; hier hoor je fluitende, scherende en galmende klanken door elkaar, daar zijn het snelle pulsen in combinatie met een rammelend geluid. Het volledige klankbeeld van de gelaagde composities, uit verschillende eenvoudige patronen en klanken, komt het best tot zijn recht met een hoofdtelefoon. Of gewoon hard afspelen via je luidsprekers.