De Oostenrijker Paul Haslinger studeerde klassieke muziek en werd bekend na toetreding in 1986 tot Tangerine Dream. Vijf jaar speelde hij bij de giganten van de elektronische muziek, een periode waarin vijftien albums werden ingeblikt. In die tijd leerde hij het vak van het componeren van filmsoundtracks, wat hem in zijn solocarrière goed op weg hielp. Sinds 1992 woont hij in Los Angeles en sinds 1998 werkt hij regelmatig mee in de ploeg rond ex-SPK lid Graeme Revell, die zich eveneens specialiseerde in filmmuziek. ‘Death Race’ en ‘Underworld’ zijn twee bekendere voorbeelden waarop Haslingers naam prijkt. ‘Exit Ghosts’ op het kersverse Artificial Instinct, is echter weer helemaal iets anders. Acht jaar woog en wikte hij, spelend op zijn grand piano, in een streven om een persoonlijk verhaal muzikaal uit te werken. Minutieus de noten plaatsend, ruimte tussen de spaarzame noten latend, kleur gevend aan zijn vertelling, werd dit een plaat waarin hij teruggrijpt naar zijn tijd als student, een tijd voor hij met elektronische en filmmuziek aan de slag ging. Een tijd vol onschuld en melancholie die hij in dertien instrumentale, relatief korte, nummers heeft gegoten. Fans van bijvoorbeeld Johann Johannsson zullen ongetwijfeld met volle teugen genieten. Net zo dromerig is het nieuwe werk van Stijn Hüwels en Ian Hawgood. Hüwels, de man achter Slaapwel Records en liefhebber van uitgepuurd minimalisme, vond 2019 een uitermate vruchtbaar jaar voor samenwerkingen. Na releases waarin hij aan de slag ging met Tomoyoshi Daye, Chihei Hatakeyama en Norihito Suda komt hij nu met een album dat zijn oorsprong vindt bij verloren gewaande cassettes van Ian Hawgood. Hawgood pendelt tussen Londen en Tokio, waar hij het label Home Normal bestiert, en werkt al net zo graag met anderen samen, waaronder Guido Aldinucci en Phil Tomsett. Hawgood is vooral gefascineerd door de manier waarop Hüwels een vorm van melodie weet los te laten op de analoge ambient die aan de basis ligt van de zes nummers. Het zijn stukken die een imaginaire film in ons hoofd oproepen. Het geluid van de tapes die werden afgespeeld op een oude Akai bandopnemer die geleidelijk aan tijdens het afspelen de geest gaf, werden verder bewerkt tot het subtiel klinkende ‘No Voices’, waarin de ambient tot drones verwordt die wolkjes in ons hoofd doen verschijnen. Van die wattige, dromerige wolkjes waarbij het heerlijk wegdromen is. Edgar Froese overleed in 2015 en was dé bezieler en uiteindelijk het enige overgebleven originele lid van Tangerine Dream. In 2004 kwam ‘Dalinetopia’ uit, maar was toen alleen via postorder verkrijgbaar. Het album is een ode aan de gesprekken tijdens twee bezoeken die Froese had met Salvador Dali en zijn herinneringen aan performances met zijn band waar Dali aan mee deed. De plaat wordt nu voor het eerst commercieel uitgebracht en is dus voor iedereen beschikbaar. Niet dat ze wereldschokkende vernieuwende muziek bevat. Het is een meer dan degelijke Froese of Tangerine Dream plaat, met als onderwerp Salvador Dali. Niets meer, maar ook niets minder. Voer voor echte liefhebbers, die nu eindelijk deze muziek kunnen aanschaffen zonder zich blauw te betalen.