In de jaren 1960 was Jürgen Karg de bassist voor de Duitse jazzlegende Wolfgang Dauner. In de jaren 1970 raakte hij uitermate geïnteresseerd in synthesizers en maakte hij een opstelling van enkele vroege EMS synthesizers en sequencers. Een dure en arbeidsintensieve aangelegenheid die ervoor zorgde dat Karg niet alleen een huzarenstukje moest afleveren om zijn soloplaat in elkaar te knutselen, maar het er tevens meteen maar bij heeft gelaten. Hij deed vijf jaar over het eerste stuk, ‘Die Versunkene Stadt – Atlantis’, een periode waarin hij ook intensief synthesizers verzamelde. Het tweede opus op de plaat, ‘Vollmond – Selene’ kon hij veel sneller inblikken. Niet alleen door de snel evoluerende apparatuur die stilaan een beetje goedkoper en makkelijker te bedienen werd, maar ook omdat hij zijn zelf gebouwde systeem beter onder de knie had. Waar hij als bassist eerder extravert en ietwat dansbaar klonk, kiest hij voor het tegenovergestelde voor ‘Elektronische Mythen’. De twee stukken zijn als het ware ontworpen voor een soundtrack. Kleine geluidjes en veranderingen duiken voortdurend op. De muziek is ingetogen en neemt de luisteraar mee naar een verloren klankwereld vol experimenteerdrift. Liefhebbers van geestesverwanten als Tangerine Dream, vroege Klaus Schulze en het eerder atmosferisch elektronische werk van Karlheinz Stockhausen kunnen alleen maar gelukkig worden met de heruitgave van dit vergeten pareltje. Het werk van Michel Banabila kwam recent meermaals aan bod in deze pagina’s. Sinds 1983 overstelpt de Nederlander de mensheid met releases, die meestal behoorlijk interessant zijn. Voor deze collectie vroeg werk dook Bureau B de archieven in en komt naar boven met nummers uit ‘Des Traces Retrouvées I’ (1984), ‘Des Traces Retrouvées III’ (1987) en ‘The Lost Drones tape’ (1988). Cassettes en een mini-album die al jaren onvindbaar zijn en hier worden aangevuld met vier onuitgegeven nummers die verder bouwen op wat de ooit verschenen stukken al lieten horen. En dat is een Banabila die ondanks de beperkingen van het materiaal in die tijd, inventief aan de slag ging. Harmoniumimprovisaties, stijlvolle ambient en pianomuziek die erg klassiek aandoet, wisselen elkaar af. We denken meteen aan Erik Satie, vroege Philip Glass en Michael Nyman, mede door het filmische karakter van de meeste nummers. Banabila zit er dan ook niet om verlegen muziek te componeren die in allerlei disciplines kan worden gebruikt. ‘Early Works/Things Popping Up From The Past’ is een mooie aanvulling op het fysiek beschikbare werk van veelzijdig artiest Banabila.