Kort door de bocht kunnen de artiesten op deze compilatie worden onderverdeeld in punks-met-synthesizers versus slaapkamermuzikanten met boyband-aspiraties. Door de beschikbaarheid van betaalbare synthesizers naar het einde van de jaren 1970 toe kon het plotseling allemaal. Het was louter een kwestie van een richting te kiezen. Sommigen kozen voor experiment en een rigide DIY-ethos; andere mikten schaamteloos op de hitlijsten. Het spectrum ging van uitgesproken speels tot bloedernstig. Alles kon; niets moest. Van eind jaren 1970 tot een flink stuk in de jaren 1980 kende Groot-Brittannië (net als België, Duitsland en Nederland overigens) bijgevolg een enorme boom van elektronische bands en projecten . ‘Electrical Language’ neemt flink de tijd – in casu tachtig nummers verspreid over vier cd’s- om in te zoomen op die toenmalige independent scene. Het waren ook de pioniersjaren voor nog steeds tot de verbeelding sprekende muzieklabels zoals Rough Trade, Cherry Red, 4AD en natuurlijk Mute. Eén naam staat er niet tussen en dat valt onmiddellijk op: Depeche Mode, maar met The Human League, Fad Gadget, Chris & Cosey of Orchestral Manoeuvres In The Dark zijn de andere grote namen wél vertegenwoordigd. Thomas Dolby, Thomas Leer, Section 25, Pink Industry, The Normal, The Legendary Pink Dots, Eyeless In Gaza, Paul Haig, Colin Potter, David Harrow, Colourbox, The Passage of Adrian Sherwood als Voice Of Authority hoeven ook niet meer te worden geïntroduceerd en ontbreken bijgevolg niet op het appel. Tegenover elk van deze wat meer bekendere namen staat er een track van een of andere obscure naam of eendagsvlieg. Je moet al echt een kenner zijn om bijvoorbeeld Alan Burnham, Laugh Clown Laugh, Quadrascope, Futurhythm, Shox, Time In Motion, 100% Manmade Fibre, Local Boy Makes Good of Science te kennen. Het gros van de nummers is afkomstig van 7inches en dat maakt van deze compilatie een handig naslagwerk. Zoals meestal bij Cherry Red wordt de muziek omkaderd met overvloedig beeld- en archiefmateriaal. Tekst en uitleg is er vaak van de artiesten zelf; een inleidend essay werd geschreven door MOJO- en Sounds-journalist Dave Henderson. De box ziet eruit als een boek en door daar in te snuisteren ontdek je leuke weetjes zoals bijvoorbeeld een Hawkwind-connectie bij zowel Robert Calvert als Tim Blake. Niet al het materiaal is even sterk, maar curiosa zoals een hysterische cover van ‘Paint It Black’ van The Rolling Stones door Techno Pop maken het geheel extra amusant. Overlappingen met de ‘Close To The Floor’-serie zijn hier en daar onvermijdelijk, maar werden gelukkig beperkt tot het strikt noodzakelijke.