De bluesband Black Joe Lewis & The Honeybears werd opgericht in Texas in 2007. De bedoeling van de Texanen was en is om eer te betonen aan Howlin’ Wolf en James Brown. Sindsdien bracht het sextet, dat regelmatig bezettingswissels kende, diverse albums uit op kleine labels. Ze werden graag geziene gasten op allerlei festivals en met ‘Electric Slave’ zet de band een stapje vooruit. Een groter label, een nog beter geluid en een aantal nummers die een mix zijn van blues, soul en funk, zorgen stilaan voor een bredere erkenning. Joe Lewis wordt dikwijls vergeleken met James Brown vanwege zijn opvallende schreeuwerige stem. In ‘Come To My Party’ bijvoorbeeld, waar hij wordt ondersteund door zijn eigen ronkende gitaar, soulvolle blazers en een funky ritmesectie, is heel duidelijk waarom hij die vergelijking krijgt aangemeten. ‘Young Girls’ verraadt zijn vroege interesse in wilde garagepunk, terwijl ‘Guilty’ wat doet denken aan het werk van James Williamson en Iggy Pop (‘Kill City’). ‘Dar Es Salaam’ is dan weer onvervalste bluesfunk en zo gaat het feestje het hele album door. Producers Stuart Sikes (White Stripes, Cat Power) en John Congleton (Explosions In The Sky, Okkervil River) zijn er beiden in geslaagd om de hen toebedeelde songs lekker ruig te laten klinken, waarbij de soms heel erg punky inslag behouden bleef. In samenspel met de vele Brownshouts is ‘Electric Slave’ allicht het beste dat deze band in zich heeft. Puik.