Een nieuw teken van leven van de nog steeds controversiële Dwarves. Ze zijn nog met zn tweeën over, Blag Dahlia en HeWhoCannotBeNamed, maar hun vriendenkring is dermate groot dat ze geen moeite hadden om gastmuzikanten (een dertigtal) op te trommelen om een handje toe te steken. Was voorganger Come Clean een absolute afgang, dan is deze schijf tenminste weer een stapje in de goeie richting. De hoes is een eerbetoon aan hun legendarische plaat Blood, Guts And Pussy maar kwalitatief wordt dit meesterstuk ook nu weer niet gehaald. De vunzige taal is gebleven en in de alsmaar conservatiever wordende Verenigde Staten zal dit stelletje ongeregeld wellicht nog steeds als shockrock worden ervaren. Verwend als we zijn, volstaan de vele muzikale sterren van The Offspring, QOTSA, A Perfect Circle of Urge Overkill echter niet om een reeks zwakke nummers op te waarderen. De helft van de plaat, een volledig kwartier notabene, zijn The Dwarves op hun best: niets ontziend en alle remmen los. Regelrechte punk, grind, poppunk, country, rap: het staat er allemaal op. Meestal één stijl per nummer, maar soms ook allemaal binnen één en hetzelfde nummer. En dat zorgt niet voor veel luistergemak. De bedoelde chaos en het naadloos ineenlopen van alle nummers zorgt bij het beluisteren voor extra geestelijke verwarring. Door de korte tijdsduur van alle tracks verdwijnen mindere nummers algauw in de vergeetput van onze herinneringen en onthouden we vooral het hoesje van deze cd. We onthouden in elk geval iets.