De nacht in. Enkel de stilte rondom en Dust in de hoofdtelefoon. De straatverlichting werpt lange schaduwen, het enige licht dat de woonkamer binnensijpelt. De Duitser Till Rohmann houdt van strakke ideeën in zijn platen. Op Dust wilt hij de urbane schaduwen van het vergeten doorgronden, de niet vertelde verhalen van de stad. De nacht zindert verder. De plaat sijpelt langzaam de oren in. Er is nauwelijks een ritme te bekennen tot Glitterbug op 47th Floor even de ijskoude rimpels opschrikt met kiezelsteentjes. Het spaarzame ritme glorieert op Apparition. Het tempo blijft rustig. De stad van Rohmann is een beeld van architectonische weldaad en correctheid. Zuivere en strakke lijnen, nuttig ingeplande ruimtes en dromerige verhalen. When The City Was Bare schittert, een monumentale, perfect gesynchroniseerde beat slaagt op de achtergrond. De klank is loepzuiver. Een verhaal dat vaker verteld mag worden. Glitterbug speelt met vloeiende, elkaar aanvullende melodieën, als harmonieuze ambientslaafjes van Brian Eno of Recondite. De uitzondering is 1st of July; de buitenwipper, de botsende ondeugd, het enige moment van onrust en weldaad. Dust mag je niet doorgronden maar moet met je mee de nacht in, als een verslavend giftig goedje op repeat.