Meteen in de traditionele gang van zaken gevlogen: wat ronddwalen, met het programma en enkele zeer of vaagweg bekende namen als leidraad. En vanmiddag meteen op de eerste verrassing gestoten: Oxbow. Geen idee of dit een goed concert te noemen was, maar wat een spektakel! En dat ligt vooral aan de verbijsterende frontman: een zwarte versie van Henry Rollins, die zonder twijfel een steek los heeft. Uitgedost in een zwart jasje en ditto speedo- ziet er niet uit maar ik zou het hem zelf niet durven zeggen. Op de koop toe: een stevig stel manboobs en daaronder een zwarte slang op de buik getatoëerd. Zingt niet zozeer, voert eerder raaskallende gesprekken met enkele imaginaire vriendjes die ergens in het ijle boven het publiek zweven. Daarna pikken we een stuk Edit mee: mij volledig onbekend, maar het blijkt een instrumentale hiphop bom te zijn. Met de souplesse waar deejayende Aziaten een patent op lijken te hebben, remixt hij live z’n op zich al vette grooves. En als sluitstuk een mash-up doen van Dre’s ‘California Love’ met ‘It Was A Good Day’ van Ice Cube: voorwaar respect!
Van Pinback hebben we al klassieke concerten gezien, maar dit was er helaas niet een van. Lag het aan het vroege uur, of aan het feit dat optredens in openlucht altijd een vrijblijvend kantje hebben: geen idee, maar dit keer kon de band ons niet boeien. Hetzelfde geldt voor Agnostic Front, maar dat ligt dan eerder aan het feit dat we’t genre al wel lang achter de rug hebben. Maar het dient gezegd: wat ze doen, doen ze nog altijd strak en met volle overtuiging. Grappig ook dat zelfs dit soort hardcore al een zweem nostalgie begint mee te krijgen. En tenslotte: Ratatat. Een typisch Dour-optreden: met een op papier onwaarschijnlijke mix van stijlen toch een volle tent meekrijgen. De heren doen hiphop clashen met instrumentale symfo-rock, en het wérkt: de volle overgave waarmee de set wordt gebracht slaat over. En dan nu: afwachten voor de volle nostalgietrip: Life Of Agony, Ice Cube (we vergeten even de kutfilms die hij tegenwoordig maakt) en Wu-Tang Clan. Dolletjes!
Verdomd, hij heeft er echt iets van weg. Flying Lotus is de achterneef van John Coltrane en met wat goede wil is het te zien. Het belangrijkste verschil is echter dat er van de sereniteit van de bijkans heilige saxofonist weinig te merken is bij het neefje. Als een windvaantje kronkelt zijn lijf achter de laptop en de andere interessante apparaatjes voor zijn neus. Hij vraagt veel van het publiek. Er moet gedanst worden, er moet geschreeuwd worden en men gehoorzaamt. Op de eerste rij wordt men bijkans gek. Het tempo gaat steeds verder omhoog. Er zit een grote sticker op de laptop van Lotus. Het hoofd van Barack Obama prijkt op de sticker, daaronder het woord ‘Hope’. De hoop die er was voor een goed concert van deze nieuwe Warp-belofte wordt vandaag op Dour alvast ingelost.
In de tent om de hoek is het donkerder, niet alleen ontbreken er wat lichtjes die wel op het hoofd van Flying Lotus gericht stonden ook muzikaal is er meer duisternis. Zu kruist muzikaal de degens met Dälek, het bromt en loeit, alsof de mammoettankers gezamenlijk optrekken en met scheepshoorns hun komst aankondigen. De spanning is hoog bij het concert en daar zal het de heren om te doen zijn. Vooral de saxofonist blaast de zindering de muziek in. Een concert dat doet vergeten dat buiten de zon schijnt.
Het lijkt een computerfeestje, deze Beat Community. Hud Mo, Dorian Concept, Infinitskills en Siroj hebben vanavond hun laptop opengeklapt. Het is vooral Oostenrijker Dorian Concept die indruk maakt met zijn set. En hee, wie hebben we daar? Flying Lotus heeft het blijkbaar zo naar zijn zin dat hij heeft besloten er vandaag nog een optreden aan toe te voegen en sluit zich aan bij deze Beat Community. De optredens zijn iets te kort om echt in de groove te geraken, maar ook kort plezier is erg prettig.
Bochum Welt pakt het anders aan. Zijn muziek kenmerkt zich door herhaling en subtiele verschuivingen. Nou ja, subtiel. De Italiaan loopt behoorlijk te kloten met zijn apparatuur, wat tot abrupte mixen en volumeverschillen leidt. Niet dat zijn muziek überhaupt geschikt is om te dansen, maar het werpt toch een smet op muziek die behoorlijk goed klinkt, de momenten dat de apparatuur niet hapert.
Tekst: Dimitri Vossen – Foto’s: Joachim Dewilde