Halfweg het parcours (bij nader inzien lijkt het 1/3 van het parcours) zoekt uw dienaar naar de perfecte ofte verantwoorde exit-strategie. Een lamentabele schouder, een zwakke maag en chronische oorsuizingen – het leven is lijden – zijn de redenen die we opdiepen om Noisefest achter ons te liggen. Maar eerst de concertrecensies.
All Shadows And Deliverance, de werkplek van Fré Decruynaere en Pol Isaac, had af te rekenen met technische problemen, wat hen niet belette om een degelijke set af te leveren. ASAD gaf een erg gevarieerd concert, Decruynaere trapte af met een sample die hij ter plaatse maakte en gebruikte die als onderstroom voor het concert. Isaac pikte hier gretig op in en vervormde met zijn mengpaneel het totaalgeluid. In het tweede deel bracht Isaac met zijn lome, donkere gitaarspel voor een krachtige opstoot. Wat ASAD zo aantrekkelijk maakt is dat hun totaalgeluid overduidelijk de sporen van twee doorleefde muzikanten, muziekliefhebbers meedraagt. Laibach, KK Null, Rhys Chatham zijn slechts enkele referenties die opduiken.
De passage van True Deep was zo kort dat een mens zich geen plaspauze kan permitteren. Ecoute La Merde op zijn beurt was de eerste band die wij aan het werk zagen die ook visueel (twee naakte lijven recht tegenover elkaar met hun hoofd verscholen in een lederen masker en doek) zocht naar een toevoeging. Muzikaal leunde hun performance op twee peilers: feedback en feedback.
Het Antwerpse Remörk charmeerde ons met zijn zelfgemaakt instrument. Kris Delacourt liet op zijn blogspot weten in Kortrijk dingen te willen uitproberen. Hij opende zijn set met analoge sinusgolven en voegde een subtiel laagje noise toe die hij ter plaatse met zijn stem maakte. Ook Delacourt kent zijn klassiekers (de minimale, uitgepuurde elektronica van het Raster-Notonlabel hing als een halve schaduw over het concert) en wist die invloeden als een goede basis te gebruiken en te herwerken. Remörk leverde een evenwichtig (mooi hoe hij er over waakte alles in balans te houden) en intens concert af.