Randall Nieman, eerder lid van het briljante Windy & Carl, stichtte in 1994 Füxa (spreek uit Fyoo-sha of Fuchsia) in Detroit. Vanwege zijn connecties kon hij een beetje alle kanten uit met zijn band en kon hij op heel wat medewerking rekenen. Niet alleen op zijn eigen nummers, maar ook in de mogelijkheden die splitreleases met zich meebrengen om enige bekendheid te verwerven. Die waren er onder meer met The Telescopes, Azusa Plane, Flowchart en Stereolab. Initieel was Füxa een echte band, maar stilaan bolden ze het allemaal af, waardoor Nieman sinds 1998 de boel als een soloproject runt, weliswaar met steeds een wisselende pool aan gasten. Na een tiental jaren van relatieve stilte dook Füxa in 2012 opnieuw op, met de plaat ‘Electric Sound Of Summer’. ‘Dirty D’ ligt ietwat in het verlengde van die plaat, waar de oorspronkelijke indie en alternatieve rock van jaren her niet meer aanwezig is. Oude bekenden en nieuwe gasten staan hem opnieuw bij, waaronder BJ Cole op pedal steel, Ann Shenton (Add N To X), Judy Dyble (Fairport Convention) en Britta Phillips (Luna, Dean & Britta). Het maffe aan de plaat is, dat het gros van de songs instrumentaal en elektronisch is. Die nummers kabbelen, bouwen op, maken nieuwsgierig naar de paar liedjes die eruit komen piepen, en die telkens zang bevatten. Nieman’s eigen zang bijvoorbeeld, die voor het eerst in een opname wordt gebruikt. In tegenstelling tot de voorganger staan er slechts twee covers op: ‘Whisper’ van de ondergewaardeerde Jeremy S. Gluck (maakte platen in de lijn van Nikki Sudden en Rowland S. Howard) en Ben E. King’s ‘Stand By Me’ dat overgaat in ‘Different Drum’ van Linda Rondstadt, hier gezongen door Nieman en Britta. ‘Shout Out Loud’ is dan weer pure Galaxie 500, terwijl ‘Sun Is Shining’ lonkt naar mature Suicide. De vele gasten en stijlveranderingen maken van deze collectie een eclectische verzameling die door een veelheid aan instrumentale tussenstukken net niet helemaal voldoet.