Sommige rockbands hebben op hun albums iets heel mysterieus. Maar zie je ze dan op het podium, dan blijft het allemaal aardser, nuchterder en aanraakbaarder dan je je had voorgesteld. Het omgekeerde komt uiteraard ook voor. En in beide gevallen kan die indruk ook helemaal los staan van de kwaliteit van de muziek.
Het Berlijnse Die Wilde Jagd is zo’n groep waar wat de platen betreft een aura van ongrijpbaarheid omheen hangt. Alleen al door de naam. Duistere Duitse Romantiek? Associaties met occulte metalbands? Niets van dat alles. Al na enkele nummers in de redelijk gevulde Paradiso-bovenzaal begroet songschrijver en de centrale man van de groep Sebastian Lee Philipp het publiek in vrijwel accentloos Nederlands – zijn moeder blijkt hier te wonen – en schept daarmee een bijna huiselijke sfeer.
Toch blijft de muziek die het trio – naast Philipp zijn dat celliste Lihla (Lih Qun Wong) en slagwerker Ran Levari – op het podium precies zo intrigerend als op de plaat. Het prikkelende zit in de onwaarschijnlijke combinatie van dronende en op tal van repetitieve motiefjes leunende postrock, die wordt afgewisseld met popsongs in de keurige Duitse ‘Lieder’-traditie. Al zitten wat dat laatste betreft regelmatig nog wel wat addertjes onder het gras.
Dit voorjaar verscheen het vierde studioalbum van de groep, ‘Ophio’, wat een knipoog is naar het Griekse ‘Ophis’, wat ‘slang’ betekent en voor Philipp symbool staat voor transformatie, jezelf voortdurend vernieuwen, als een slang die z’n huid afstroopt waaronder een nieuwe tevoorschijn komt. Op ‘Ophio’ zijn de voornoemde muzikale contrasten nog weer een tikkeltje fraaier in balans dan voorheen. En op het podium openbaart zich dat nog organischer.
Er wordt bij Die Wilde Jagd gebruik gemaakt van heel veel elektronica – tientallen effectpedaaltjes, loopstations, noem maar op, maar die staan allemaal in dienst van de gitaar van Philipp, de cello van Lihla en de drums van Levari. Het ambachtelijke musiceren staat voorop.
Er worden veel stukken gespeeld van ‘Ophio’. Direct al met het openingsnummer ‘Ein Anfang’, direct gevolgd door de erg sterke titelsong waarbij langzaam naar een ritmische climax wordt toegewerkt. En de finale van het concert is ook weer de finale van het album: ‘Ouroboros’ – Grieks voor ‘staarteter’, oftewel de slang, wéér die slang, die in z’n eigen staart bijt. Een fraai, melodieus liedje. En dan nog die tekst: Im Kreise verbunden in Einsamkeit / Und Schuppen, die schimmern im Schein / Ein warmes Andenken ans Überland / Dem Ende ein Anfang zu sein.
Maar daartussen ook stukken van eerder albums, zoals het toegankelijke ‘Himmelfahrt’ van het ‘Haut’-album uit 2020, waarin Lihla waanzinnig psychedelisch tekeer gaat op de cello. Of het speelse ‘Sankt Damin’ van dezelfde plaat.
In veel recensies en artikelen krijgt Die Wilde Jagd het etiket ‘neo-Kraut’ opgeplakt. Erg belangrijk is dat allemaal niet, natuurlijk. Maar wel merkwaardig. Krautrock was immers de muziek van de generatie na-oorlogse rockers die zich enerzijds tegen de volkse Duitse Liedtraditie en anderzijds tegen de typisch Anglo-Amerikaanse rock wilde afzetten. Daarom zochten de Krauts hun heil bij de ‘machinemuziek’, zoals Kraftwerk, of bij ‘het spelen als machines’, zoals Can-drummer Liebezeit deed, en extreem repetitief spelende bands als Neu! en Harmonia. Of ze zochten het juist in extreme anarchie, zoals Faust. Maar hoewel Die Wilde Jagd van al die typische Kraut-eigenschappen wel een mespuntje bezit, overheersen toch hele andere invloeden – postrock, liedjes – en past de groep veel meer in de traditie van de Neue Deutsche Welle dan in die van de Krautrock. Niet voor niets heeft Philipps stijl van zingen heel veel weg van die van Blixa Bargeld op de recentere Neubauten-platen.
De groep speelt in Paradiso bijna anderhalf uur en de door het enthousiaste publiek afgedwongen toegift maakt de negentig minuten vol. Die toegift is ‘2000 Elefanten’, het bekendste, populairste en meest ‘rockende’ nummer van de groep. Met in de tekst een van de mooiste woorden die de Duitse taal rijk is: Elfenbein. Daar kan ons ‘ivoor’ toch echt niet tegenop.
Gezien: Die Wilde Jagd in Paradiso op 13 april 2023