De geïmproviseerde muziek-scene in Nederland heeft altijd opengestaan voor invloeden van buitenaf. Of dat nou laptoppers of DJs waren, of musici afkomstig uit verre oorden die hun eigen inbreng hadden, alles mocht en kon.
Mark Lotz, een Duitse fluitist, die jaren geleden in Nederland is neergestreken, doet dat al jaren. Met wisselend resultaat. Tot voor kort kon hij mij niet overtuigen. Met zijn jongste cd, Cuban Fishes Make Good Dishes heeft hij niettemin een klein meesterwerkje afgeleverd. Op deze plaat werkt hij onder meer samen met de musici van het internationale, eveneens vanuit Nederland opererende collectief Shangos Dance, en op Cuba!- met enkele Cubaanse muzikanten.
Doel op Cuban Fishes Make Good Dishes is om vanuit een moderne jazzhoek een eigen visie te vormen over de Cubaande Yoruba-tradities. In hoeverre dat gelukt is, daarover kan ik niet oordelen. Wel weet ik dat het klinkende resultaat, de combinatie van Cubaanse volksmuziek en eigentijdse jazzmuziek heel geslaagd is. Zó geslaagd, dat deze cd de laatste tijd wel erg vaak in mijn cd-bespeler belandt.
Minder extreem gaat Steven Kamperman te werk op Modern Madness Or Tribal Truth, de eerste cd van zijn improjazz-formatie M.O.T. De invloeden van buitenaf komen hier van de ritmesectie: Michael Baird en Ousmane Seye beiden met een stevige band met het Afrikaanse continent- en de Franse tubaïst Patrick Votrian, die invloeden uit de Franse volksmuziek en fanfares in zijn spel door laat klinken.
Kamperman (klarinetten) schreef negen van de elf stukken, de twee overige liet hij over aan toetsenman Albert van Veenendaal. In de groep vinden we verder onder meer violist Jasper le Clerq, die af en toe voor een pseudo klassiek tintje zorgt. Leuk aan Modern Madness Or Tribal Truth is de open houding die de muzikanten hebben naar de muziekwereld. Hier geen starre, oubollige jazz, noch over-verantwoorde improvisatiemuziek. Wel aanstekelijke, pakkende melodieën, fantasievol en gedreven samenspel en uitmuntende individuele prestaties.