Uw favoriete bloemenkind Devendra Banhart is terug van nooit weggeweest. De jongeman schudt tegen een razend tempo de ene song na de andere uit zijn mouw. Vorig jaar verschenen er maar liefst twee albums van zijn hand: Niño Rojo en Rejoicing In The Hands. Dit jaar slechts één nieuwe plaat, maar dan wel één van ruim 75 minuten. Geitenwollen sok Banhart doet wat we van hem verwachten: folkliedjes brengen geïnspireerd op legendarische voorgangers als Vashti Bunyan en Nick Drake. Het grootste verschil met vorige albums is misschien dat de nummers op Cripple Crow voorzien werden van uitgebreide arrangementen en dat het album opgenomen werd in een heuse studio. Ter vergelijking: Oh Me Oh My werd thuis opgenomen met een afgeschreven viersporenrecorder en stond bol van de antwoordmachines en ruis. Banhart slaagt er wonderwel in om 22 songs lang de luisteraar te boeien met nummers waarin zowel plaats is voor een lichte dosis psychedelica als voor sensuele Spaanse ballades.