Nils Økland, Sigbjørn Apeland en Øyvind Skarbøvormen een ietwat ongewoon trio. Ze gebruiken namelijk viool, een Hardanger fiddle, drums en harmonium om hun muziek te maken. Geen gitaren, bassen of synthesizers te bekennen bij 1982. Wat tevens opvalt, is dat de drie ‘Chromola’ helemaal improviserend in elkaar hebben gezet, daarvoor minutieus naar elkaar luisterend en op elkaar inspelend, om een ingetogen klinkende plaat te maken die als geluidsband bij een natuurdocumentaire zou kunnen dienen. Denk aan idyllische schoonheid, rust en stilte die sporadisch onderbroken wordt door een moment van wreedheid. Rustig voortkabbelende, rustig gespeelde noten worden zo nu en dan uit hun context gerukt, naar de voorgrond geduwd, de aandacht trekkend op een of andere gruwel. 1982 houdt zich niet aan conventies betreffende stijl en genre. Gecombineerd met een stel sterke persoonlijkheden, een stevige dosis vakkennis en verbeelding bouwde het trio gestaag aan een onderscheidende carriere. Ze maakten eerder de albums ‘1982’ (2009), ‘Pintura’ (Hubro, ’11), ‘1982 + BJ Cole’ en ‘1982:A/B’ met componist Stian Omenas en een kwintet blazers. ‘Chromola’ markeert hun tiende verjaardag met een terugkeer naar de eenvoud van het trio en de introductie van een pijporgel. Het harmonium ruimt, behalve in afsluiter ’04_09′, plaats voor het pijporgel waardoor het geluid van de band verandert. Niet zo ingrijpend als we hadden gedacht, maar toch. Het resultaat is, kerkorgel of niet, absoluut niet sacraal. De muziek is nauwer verwant met het minimalisme van bijvoorbeeld Terry Riley of de sfeer van heel vroege Pink Floyd.