‘Sunbather’ is het tweede album van Deafheaven. Als deze plaat uit de boxen zou knallen op een strand vol zonnebaders, hun vel valt er ter plekke af. Het kwintet opent de plaat met de song ‘Dreamhouse’, een heel misleidende titel, wees daarvan verzekerd. De band zet namelijk meteen alle kranen open. Furieuze black metal is wat we denken, maar het is niet wat het lijkt. De schreeuw van George Clarke is typisch black metal, de old schoolversie, maar muzikaal speelt de band eigenlijk postrock. In de openingssong is dat alsof Mogwai aanhoudend in apotheosemodus verkeert. Snel, hard, repetitief, de apotheose gaat het hele nummer door, om pas heel even te verstillen naar het einde toe, maar dan zijn we al negen minuten verder. Deafheaven, dat in 2010 werd opgericht in San Francisco door Clarke en Kenny McCoy en voor de opnames van het debuut ‘Roads To Judah’ werd uitgebreid tot een kwintet, schreven als vanouds alle songs met hun beidjes en besloten om de sound minder black te maken. Het korte, door een piano aangevoerd niemendalletje ‘Irresistible’ is daar een mooi voorbeeld van. Het tien minuten overschrijdende titelnummer laveert tussen stukken extreme black metal en extreme postrock en klinkt toch uitermate consistent. Er wordt aanhoudend geëxperimenteerd om de songs interessant en gevarieerd te houden. Alleen de krijsende zang blijft over de hele plaat de aandacht naar zich toe trekken. Nooit gedacht dat de combinatie van deze twee stijlen zo goed zou kunnen werken, maar Deafheaven bewijst dat crossover in een extreme vorm heel wat mogelijkheden biedt. Postrock benadert vanuit een diep en donkerzwart standpunt waar corpse paint en dergelijke oersymbolen geen plaats hebben.