Bert Dockx (Flying Horseman) heeft goed begrepen dat de beste manier om gehoord te worden simpelweg keihard doorwerken is. En Dockx heeft duidelijk het momentum van een vliegwiel vast: ‘I/II’ is zijn vierde plaat sinds begin 2012. Dans Dans is natuurlijk ook het project van Fred Lyenn Jacques (bekend van uitstekende releases onder eigen naam, met bijvoorbeeld Marc Ribot op tweede gitaar en bassist in de liveband van Mark Lanegan) en Steven Cassiers (Dez Mona, Jack Van Pol en General Mindy). Nog meer dan debuut ‘Dans Dans’ is ‘I/II’ een lyrische plaat. Vanaf de eerste frase van opener ‘Au Hasard’ (een eigen compositie van Dockx, volledig in de lijn van ‘Waterpoort’) valt onze frank: Bert Dockx is geen gitarist, maar een verteller. De band neemt ook meer zijn tijd voor de opbouw. Op ‘Dans Dans’ waren de originele composities doorgaans een aanloopje naar een virtoos freaky coda. Op deze ‘I/II’ wordt er meer gedoseerd, en zijn er eindeloos veel tussenniveaus. Het trio neemt zijn tijd om thema’s uit te diepen, stevig in het bos van de improvisatie te verdwalen en vervolgens de minutieus opgebouwde spanning met een verlossende climax te bezweren. Niet noodzakelijk in die volgorde overigens. Sommige stukken zijn zelfs zonder complexen climaxloos. Zo wordt Tom Waits‘ ‘Yesterday Is Here’ in een zwaar vertraagde versie omgespit, met een hoofdrol voor de ritmesectie: zelden klonk een boem-tsjak zo droog, uitgebeend en dwingend. Bij Bowie’s ‘Some Are’ (een miniatuurtje uit de ‘Low’ sessies dat pas begin jaren 1990 tevoorschijn kwam) zit het experiment vooral in de klankkleur: diepe bassen en schriele hoge tonen – koptelefoonmateriaal, dus. Maar laat al ons gezeik over verhalende gitaarlijnen en lyriek vooral niet de indruk wekken dat Dans Dans niet punk meer zou zijn. Vaak genoeg geven ze er nog een allesverschroeiende lap op. Zo klinkt het van Ornette Coleman geleende ‘Mothers Of The Veil’ alsof Lightning Bolt en die ouwe Ornette vechtend van een lange en steile trap vallen: extra punten voor de waanzin-synth van Lyenn. Ook ferm: ‘Meditation (On A Pair Of Wire Cutters)’ van Charles Mingus, waarop de ritmesectie een kubistische voodoo-groove neerpoot, en Dockx zeer grondig loos gaat. Door zijn lengte (elf tracks op vier kanten vinyl) duurt ‘I/II’ langer om te doorgronden dan het debuut, maar wie zijn tijd neemt, wordt beloond met een luisterervaring die eten en drinken tegelijkertijd is. Benieuwd hoe de plaat zich naar een live situatie laat vertalen, want op het podium is Dans Dans doorgaans helemaal onnavolgbaar. Spannende tijden!