Autodidactisch geluidsonderzoeker en installatiebouwer Gert-Jan Prins zorgt voor een persoonlijke toets door elk van de tweehonderdvijftig exemplaren van een handgeschilderde kleurencombinatie te voorzien. Een gebaar dat we beter kunnen appreciëren dan de bijhorende geluidskunst. Met de cd ‘Cavity’ grijpt Prins terug naar de cd ‘Noise Capture’ (X-OR, 1998), een werkstuk dat we destijds wel op prijs konden stellen. Hij vraagt zich af hoe de oude zelfgebouwde instrumenten tegenwoordig zouden klinken. Zwakjes, zo blijkt. De basisbrom doet denken aan een inputloze versterker of onze eigen puberale probeersels (hou je vinger tegen een pick-upnaald) uit vervlogen tijden. Een takkend ritme doet dan weer denken aan een breuk in een Super-8 projector. Af en toe wordt wel voor een verrassende (anti)climax gezorgd, waardoor ‘Cavity’ wellicht zal gesmaakt worden door fans van het repetitieve minimalisme van bijvoorbeeld Leif Elggren. Wij zoeken de meerwaarde liever in de herontdekking van ‘Noise Capture’.