Cambodia

Laat u niet misleiden door de naam van de plaat, noch die van de band. Hier geen invloeden van world music of gabber uit de havenstad. Hooguit dat de herkomst van de band een aanknopingspunt is: Wenen, sinds jaren een plaats waar de avant garde zich thuis voelt. Niet dat ‘Cambodia’ ook maar vagelijk klinkt als Fennesz of Mego, maar experimenteel is het wel. De hele plaat staat in dienst van compressie en monotonie: compressie door alles met zo min mogelijk variatie en op de tel te doen, monotonie door constante herhaling. Op het eerste nummer zaagt een cello stug mee met een beat die nog het meest weg heeft van iemand die op de tafel trommelt. Hoewel er te weinig gebeurt om muzikaal heel interessant te worden, roept het wel een vrolijkmakend beeld op van twee overdreven serieuze muzikanten die met volle overgave minutenlang dezelfde noot spelen. De nummers die volgen, zijn soms wat minder monomaan, en de afsluiter ‘Zimzike’ lijkt zowaar een heuse compositie (die mij aan oude Dome doet denken). Maar de repetitie is een constante, door korte noten voor fluit, cello, tapeloops en soms tribaal aandoende percussie van onduidelijke oorsprong. Automatisch leidt die herhaling tot associaties met genres die daar ook mee werken, zoals krautrock op ‘Supsup’, IDM op ‘Cambodia’ en techno op ‘Rotterdam’. Het effect zou hier en daar zelfs dansbaar zijn, ware het niet dat de groove zo tegendraads was. Als het doel van deze muziek hypnose was, dan zal dat dan ook vooral de muzikanten zelf hebben betroffen.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
Rotterdam_Cambodia
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!