Van Schotland (Edinburgh) zijn ze, deze broers Stuart en David Nicole die samen met Marcus Mackay The Zephyrs vormen. En hun muziek is datgene wat mijn ouders een jaar of twintig terug liever uit mijn slaapkamer hadden horen komen dan die heavy metal van toen, denk ik. We krijgen namelijk sfeervolle liedjes gedragen door de folk -en countrytraditie en met mooie zeemzoete vocalen te horen. De songs hebben een zeer warm en gelaagd geluid en de productie van hun vierde langspeler is optimaal voor een plaatje als dit. De zanger lijkt recht in je oor te fluisteren en het is alsof de rest van de band in je salon zit te spelen. Maar het geluid en de soms wat overdreven pathetische liederen balanceren op de vervaarlijke grens van een aanvaardbare dosis bombast. Mensen die van theatrale liedjes in de beste folk -en countrytraditie en voorzien van een randje psychedelica houden, moeten The Zephyrs maar eens proberen, andere onthouden zich beter. Bij de Canadezen van P:ano brouwen ze met dezelfde ingrediënten wél een verfrissend popplaatje. Al is Brigadoon geen gemakkelijk plaat. Het is speels, gedurfd en moeilijk of niet te plaatsen. Uit elektronica, folk, pop, country en laat het ons oude muziek noemen, destilleert men een heel eigen geluid. Het is evenveel The Beach Boys als Yo La Tengo. Uit de biografie en verwijzingen op het internet leren we dat ze in het zog van de The Decemberists zitten . Oftewel, een attractief en eigenzinnig plaatje voor iedereen die een vlotte hybride tussen pop en indie enerzijds en folk en country anderzijds aankan.