Een nieuwe plaat van zangeres Lisa Kekaul en haar kornuiten, of gewoon een nieuwe plaat van The BellRays, het is niets nieuws maar wel zeer degelijk. Harde, soulvolle rock met hier en daar wat stevige funk zoals we die in de jaren 1970 hoorden van Ike & Tina Turner en Mothers Finest. Die laatste hadden in de Lage Landen een bescheiden hit met Pieces Of The Rock, en op Black Lightning staan verschillende tracks die net zo goed door wijlen Alfred Lagarde de hemel zouden zijn ingeprezen als ze eind jaren 1970 waren uitgebracht. The BellRays maken dan ook niet echt muziek van nu, maar van een paar decennia geleden. De productie is uiteraard hedendaags, Kekaul klinkt als een dolgedraaide klok en ook de muzikanten weten wat een rockfeestje bouwen betekent. Probleem met dit soort platen en bands is, dat ze, voor ons dan, niet echt werken in de huiskamer. We zijn daar niet zonnig van geest genoeg voor, niet frivool genoeg. Festivalweides zijn het ideale terrein voor bands als dit The BellRays, alwaar ze ongetwijfeld, mede door het charisma van de zangeres, meteen iedereen mee krijgen. Bij voorkeur buiten als de zon schijnt, op een behoorlijk hoog volume, ja, dan zien we een band als deze wel brokken maken. Hoe hard ze echter ook proberen om datzelfde gevoel in plastic te gieten, het blijft plastic, namaak, niet het echte ding. Ook deze veertiende plaat verandert niets aan dat gevoel.