Big Gold Dreams – A Story Of Scottish Independent Music 1977-1989

Niet alleen politiek, maar ook muzikaal zijn de Schotten lange tijd in de schaduw blijven staan van hun grote Engelse buren enerzijds; of werden ze achteloos op een grote Britse hoop gegooid anderzijds. Van een aantal bekendere namen is doorgaans wel geweten dat ze uit Schotland komen, zoals bijvoorbeeld Simple Minds, Cocteau Twins, The Jesus And Mary Chain of Primal Scream, maar van andere zoals The Wake, The Vaselines, Thomas Leer, The Waterboys, Strawberry Switchblade, Altered Images of The Shamen is dat minder parate kennis. Met ‘Big Gold Dreams – A Story Of Scottish Independent Music 1977-1989’ wordt nu een en ander uitgebreid uit de doeken gedaan. Niet minder dan 115 nummers worden uitgesmeerd over 5 cd’s. Zoals eerdere bejubelde boxen op Cherry Red komt het geheel niet alleen bijzonder informatief (veel tekst, beeldmateriaal en duiding in een zeventig pagina’s tellend boekje op dvd-formaat), maar ook leuk vormgegeven. Op het eerste gezicht lijkt het namelijk op een flink gebruikte (want verweerde) toeristische gids. ‘Big Gold Dreams’ bewijst vooral dat er in die periode in het hoge noorden, ver van Londen en overigens niet alleen in Edinburgh en Glasgow, een bruisende scene was. Rezillos, Fingerprintz, The Associates, Josef K, Paul Haig, The Jasmine Minks, Aztec Camera, Fini Tribe, The Pastels, Del Amitri, Momus ,The Soup Dragons, BMX Bandits, Shop Assistants, Edwyn Collins, Dog Faced Hermans of Cindytalk spreken ook vandaag nog tot de verbeelding bij ietwat oudere muziekfans. Daarnaast puilt deze compilatie uiteraard uit van obscure en vergeten bandjes plus flink wat eendagsvliegen. Vaststellingen en weetjes voor popquizzers verder zat bij dit soort overzichten: wél The Skids bijvoorbeeld, maar geen Big Country. Verder ook P.V.C.2 met Midge Ure, die nadien wereldberoemd zou worden met Ultravox. Alan McGee, die later het ondertussen legendarische Creation Records zou oprichten, duikt dan weer op bij The Laughing Apple en Revolving Paint Dream. ‘The Shape Of Things To Come’ van The Headboys zou door een cover van De Kreuners ook in Vlaanderen een bescheiden hit worden. Stilistisch gaat het, zoals verwacht, behoorlijk breed. Het pallet biedt veel rammelpunk uit de periode 1976-1977, vervolgens postpunk, glam/pubrock (pre-Simple Minds Johnny And The Self Abusers), folk rock (The Bluebells, The Waterboys ), massa’s new wave, garagerock, bubbelgumpop, indie en verloren streepjes surf, rockabilly, blues, noiserock (Stretchheads) en zelfs de synthpop van Alex Fergusson, ooit nog in Alternative TV en Psychic TV. Omdat er veel wordt geplukt van debuutsingles horen we voornamelijk frisse groepjes en bands die nog op zoek zijn naar hun latere (succesvolle) signatuur. Van The Shamen bijvoorbeeld krijgen we dus geen dance-track, maar een soort van psychedelische rock. Echte uitschieters of memorabele momenten zijn zeldzaam, maar als tijdsdocument is dit weer essentieel spul. Benieuwd of ook de jaren nadien gegroepeerd zullen worden in een box.

tekst:
Serge De Pauw
beeld:
_BigGoldDreams%E2%80%93AS
geplaatst:
vr 11 feb 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!