Hiphop is niet meer hetzelfde experimentele bolwerk dat het een vijftal jaren geleden nog was. Anticon en Definite Jux leverden toen de ene na de andere inspirerende scherpe plaat af en iedere nieuwe hiphopliefhebber waande zich in een vers tijdperk. Anno 2008 is die kwaliteitsstroom sterk afgenomen, tijdperken hebben nu eenmaal een beperkte levensduur en defragmenteren in andere richtingen. ‘Bass.hed’ is het 4e studioalbum van de Amerikaan Matthew Peters en het heeft jaren in de verf gestaan, zelfs in die mate dat het de mensen bij het Duitse Ad Noiseam stilaan grijze haren bezorgde. Peters heeft zijn heil gezocht bij een legio gastmuzikanten, producers en lyricisten. Beats worden aangevuld door Si Begg, Aaron Spectre en Luka, instrumentele bijdragen komen van David Young (trompet) en Scott Lamberty (sax) en de woorden worden uitgespuugd door de Berlijnse poppenspelers van Puppetmastaz, Shadowhuntaz, Akila Da Hun, Jadah en The Gutterbyrds. Een hele lijst om bij af te vragen of hij zelf wel iets heeft gedaan. Peters is een goede violist, iets wat men niet zou verwachten bij iemand die elektronische muziek maakt, en speelt hier veel op de vier snaren. Vioolspel mengen met hiphop en elektronica is geen alledaagse keuze, maar het kleurt het geluid goed bij. Gebroken beats en loops vormen het duistere totaalgeluid waarbij tussen rustige en krakerige stukken wordt gewisseld met jazzy, klassieke en IDM-ondertonen. Ook al heeft het afschilderen van deze plaat lang geduurd, de lagen verf zijn goed gekozen. De vroegere golf van de hiphop is dan allang gemist, daarom tijd voor een nieuwe onderstroom.